
Als liefhebber van klassieke muziek en aangemoedigd door alle positieve publiciteit op televisie, radio en alle andere media rondom de film “A Late Quartet” ben ik hem in Pathé Buitenhof gaan bekijken.
Om maar tegelijk met mijn vernietigende oordeel in huis te vallen:
De film is vlees nog vis. Hij gaat over een beroemd strijkkwartet dat binnenkort hun 25 jarig jubileum zal vieren door middel van een groot concert waarin het strijkkwartet van Beethoven no.14 opus 131 in zijn geheel en zonder pauzes tussen de 7 delen, gespeeld zal worden.
Tijdens de voorbereidingen voor dit gebeuren komt Peter, het oudste lid van de vier, tot de ontdekking dat hij een begin van Parkinson heeft ontwikkeld en dus genoodzaakt is binnen afzienbare tijd te stoppen want aan kwaliteit mag niet getornd worden.
Door de aankondiging van Peter lijkt het of iedereen alles wil veranderen, er ontstaat een onwerkelijk geharrewar over relaties tussen iedereen met anderen en onderling, zowel op het professionele als het persoonlijke vlak komen verborgen gebreken of ingehouden frustraties naar boven.
Behalve Peter, die vorig jaar weduwnaar is geworden, bestaat het quartet uit een echtpaar en een alleenstaande man waarmee de vrouw van het echtpaar vroeger een relatie heeft gehad. Het echtpaar zelf heeft een verwende dochter die vioolles krijgt van vroegere minnaar van haar moeder en daarmee uiteindelijk in bed beland want ze zijn op elkaar verliefd geworden (als ik het allemaal goed heb begrepen). Kortom: de mannelijk helft van het echtpaar duikt daarom met een Spaanse flamengodanseres in bed, zijn vrouw wil daarop scheiden en de dochter scheldt haar moeder vervolgens verrot omdat ze zich als kind verwaarloosd voelt. Als je dit allemaal goed tot je door laat dringen is het nog een wonder dat het jubileumconcert er uiteindelijk toch nog van komt.
Hoe hebben deze vier mensen het de voorafgaande 25 jaren met elkaar volgehouden is een vraag die niet wordt beantwoord.
Je krijgt sterk de indruk dat het film-idee van een 25 jarig jubileum van een klassiek strijkkwartet als kapstok is gebruikt om een hoop relationele Hollywood-ellende aan op te hangen. De muziek is niet essentieel voor de film en de relatieproblemen worden gelardeerd met het bekende Amerikaans moralisme en is soms wel wat (vals) sentimenteel. Het is een film die in alle opzichten keurig netjes binnen de lijntjes is gebleven qua format maar niet verrast en maar zelden ontroert. Het is een routineus product geworden. Dat is heel jammer want deze klassieke muziek verdient beter, daar heb ik wel van genoten. Dat strijkkwartet ga ik binnenkort wel op CD aanschaffen.
In de hoofdrollen: Christopher Walken, Philip Seymour Hoffman, Catherine Keener en Mark Ivanir.



