Je hebt een goedkoop bed nodig, dan ontkom je haast niet aan bijvoorbeeld BeterBed in de Megastores. Je hebt net een nieuw (2e hands) fototoestel, dus je wilt weten hoe dat toestel zich gedraagt in de donkere spelonken van de Megastores.
Bij binnenkomst van de Megastores is voltrekt onduidelijk waar jouw winkel is. Je ziet wel veel oudere hoofddoekjes, netjes verstopte lege winkels en wat goedkope supermarkets. Dan maar naar boven, misschien hebben ze daar bedden.

Ondertussen zie je twee meisjes een ijsje eten op een bankje in de vorm van Ronald McDonald (Have a seat ).
Elders zitten mensen zich te vervelen met wat AH zakken ( Meer blauw op straat ).
Maar dat gaat zo maar niet meneertje. opeens wordt ik ingesloten door 2 man in donker pak met een V op de rever. Of ik niet wist dat fotograferen hier verboden was. Of ik mij maar wilde legitimeren en mijn foto’s wilde laten zien. Mijn wedervraag om hun legitimatie wordt met verbaasde arrogantie ontvangen. Op dat moment starten de heren hun good cop/bad cop routine. The bad cop toont een plastic kaart van Braveworks (o.i.d.) met zijn duim op zijn naam. Als ik hem wil aanpakken, reageert hij agressief: “Niet aanraken”. Uiteindelijk laat de good cop zijn kaart zien met nauwelijks leesbare naam (font 6). Omdat het ding geen foto bevat, lijkt het mij eigenlijk geen echt ID.
Ik vraag hen vervolgens waarom zij mij hebben aangehouden. Dat leidt tot een tirade van bad cop dat er geen fotoos gemaakt mogen worden want het is een besloten ruimte. Fotoos ga je maar maken op de openbare weg.
Flarden poging tot dialoog:
- Op grond waarvan houdt u mij staande?
- Gaan we bijdehand doen? Je mag geen jonge kinderen fotograferen, en je moet mensen altijd vragen of je ze mag fotograferen
- Staat dat in de wet? Staat dat bij de ingang?
- U werkt niet mee, gaat u die fotoos nog laten zien?
- Nee, daar heeft u geen bevoegdheid toe?
- Dus u heeft iets te verbergen! U werkt niet mee, ik ga u aanhouden.
- O, op grond waarvan?
- Ik ga u aanhouden!
- Op grond waarvan?
- Meneer u werkt niet mee, moeten we de politie erbij halen?
- Doet u dat vooral, ik heb niks misdaan.
- Meneer u bent drie keer gewaarschuwd, ik houdt u nu aan!
- Op grond waarvan?
- Daar gaan we weer; u gaat nu met ons mee, we gaan de politie werken
Nadat ze twintig minuten bezig zijn aan de politie uit te leggen dat er een probleem is, wordt ik naar hun kantoortje gebracht. Good cop biedt iets te drinken aan en gaat dan weg.
Alleen met bad cop wordt het wat beangstigend. De man begint een verhaal. Dat hij mij al vaak heeft gezien (ik was er voor de eerste keer) en dat ik fotoos maakte van kleine meisjes met blote ruggen en korte rokjes. en dat zette ik ’s avonds die fotoos op een USB stick op mijn lap top om vervolgen aan mijn gerief te komen (hij formuleerde het iets directer). Ik gaf aan dat dat kennelijk zijn fantasie is, maar niet de mijne. Maar de goed de deur blijft op een kier en bij tergugkeer probeert good cop nog één keer:
- de politie komt er aan. U kunt maar beter ons die fotoos laten zien
- hoezo, ik wacht rustig op de politie, heeft u die eigenlijk wel gebeld?
Good cop toont zijn bel log.
- gaat u de politie wel die fotoos laten zien?
- wie weet, als ze een goede reden hebben.
Een jonge agent en agente betreden de kamer. Mij wordt meegedeeld dat ik aangehouden ben vanwege huisvredebreuk. Ik heb drie keer geweigerd een bevel naar buiten te gaan op te volgen. Op mijn antwoord dat nooit zo’n verzoek is gegeven, wordt geantwoord: “wij vertrouwen op de professionaliteit van onze collega’s”. Plots komt ook good cop met een foto van de ingang waar inderdaad een rondje met een fototoestel met een streep erdoor prijkt.
Vervolgens de vraag van de agent, waarom ik kinderen fotografeer, want als ik zijn kinderen zou fotograferen, dan zou ik er van lusten. Kortom mijn toestel wordt in beslag genomen en ik wordt afgevoerd naar het bureau. Zakken legen, riem af. Men legt uit dat ik zal worden voorgeleid aan een hulpofficier van Justitie, als die besluit dat ik vast blijf zitten hebben ze zes uur voor verder onderzoek. Ik mag als ik dat wil een advocaat (gratis). ik zeg dat dat niet nodig is. Even later vraagt een sympatieke rechercheur of ik om een advocaat heb gevraagd. Spijtig, want zonder advocaat mag hij mij niet ondervragen.
Ik neem plaats in de IKEA variant van een bewaarcel. Na een half uur komt de hulpofficier van Justitie, enigszins tot mijn verbazing in vol politie ornaat. hij zegt meteen dat het zeker geen 138 is en dat hij mijn in vrijheid stelt. Fotografieverbod zou ingegeven zijn door angst voor concurrentie en bovendien iedereen heeft tegenwoordig een mobiel, dus wat wil je. Ik vertel hem nog wat over mijn versie van de gang van zaken. Met een blik vol verbijstering en wanhoop wenst hij mij een goede avond.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...