Foutje bedankt

Niet al te lang geleden schreef ik op deze plaats over politieke gevangenen. Daar stond toen een foto bij van mijn grootvader, oud-minister van justitie.

De prent hangt tussen portretten van alle ministers van justitie aan de muur op de achtste verdieping van het departement aan de Turfmarkt 147. Keurig in de gang waar de kamer van de minister en zijn staatssecretaris zich ook bevinden.

Alleen is er iets mis. Mis met de tekst onder de foto van mijn opa. Hij was bewindspersoon tussen 24 juni 1937 en 25 juli 1939. Het vierde kabinet-Colijn.

B_DSC_0027

Die data staan ook keurig onder zijn naam, daar hoog boven de grond in het ministerie. Vrijwel onbereikbaar voor de normale sterveling.

Maar er staat nog meer. Op een nieuwe regel staat te lezen 25 juli 1939 – 10 augustus 1939. Zou opa stiekem ook zitting hebben gehad in het vijfde kabinet-Colijn? Onwaarschijnlijk. Onmogelijk zelfs want Colijn wilde hem weghebben.

Maar hoe komen die data dan onder zijn portret? Op Justitie weet niemand het. Terwijl elke voorbijganger al lang had kunnen constateren dat er een fout was gemaakt.

Het portret rechts naast mijn grootvader daar op die wand, toont zijn opvolger. J.A. de Visser. En onder diens naam staan dezelfde data: 25 juli 1939 – 10 augustus 1939.

Niemand die er ooit acht op sloeg. Totdat de schrijver dezes recent ter plekke was. En de geachte aanwezigen opmerkzaam maakte op de omissie. Foutje? Jazeker. Bedankt? Moet nog komen.

WEG. Het noodlot van twee Haagse telefooncellen (3)

Soms vind je een leuke verrassing in je brievenbus. Zoals ik afgelopen zaterdag. Een brief van de gemeente Den Haag. Onderwerp: telefooncellen Buitenhof. Verstuurd door Joris Wijsmuller, wethouder van stadsontwikkeling, wonen, duurzaamheid en cultuur.

Even ter herinnering. Op deze plaats berichtte ik eerder over de verdwijning van twee historische telefooncellen, direct naast de toegangspoort tussen Buiten- en Binnenhof. Cellen ontworpen begin dertiger jaren.

Grijze frames, veel glas en bovenin de tekst Telefoon (bij de ene cel) en Alarm. Brand-Politie bij de andere.

Naar aanleiding van mijn noodkreet bleek dat ze in 2013 waren weggehaald door KPN. Wethouder Rabin Baldewsingh wilde kennelijk voorkomen dat dit stuk Haags erfgoed zou verdwijnen. Hij verordonneerde dat ze herplaatst moesten worden op het terrein van het Haags vervoersmuseum aan de Parallelweg.

Alleen, daar kwamen de cellen nooit aan zo bleek bij navraag.

het duo
het duo

Joris Wijsmuller heeft mij – en dat deel ik hierbij met alle Hagenezen/Hagenaars – nu laten weten dat de cellen nog niet bij de oude trams en bussen staan omdat er nog geen geschikte locatie voor was gevonden.

Maar, de cellen bestaan nog steeds. Ze staan in Utrecht. Op een terrein van de aannemer Van Rijnsoever.

En, let op!, ze komen nog dit voorjaar terug naar Den Haag. Om nu wel hun plekje te krijgen bij het vervoersmuseum.

‘Ik bedank u voor uw betrokkenheid bij het wel en wee van het Haagse monumentaal erfgoed’, schrijft Joris Wijsmuller.

Ik voel me eigenlijk wel een beetje trots. Alhoewel, misschien is dat voorbarig. Je weet immers nooit wat er nog kan gebeuren bij het transport van de cellen terug naar hun ‘geboorteplaats’ en de daarop volgende plaatsing.

Ik blijf dus nog even voorzichtig. Maar een lichte tinteling in mijn onderbuik is er wel. Wordt vervolgd.

Politieke gevangenen

Hij is dood. Al bijna 74 jaar. Ik heb hem nooit gekend. Toch voel ik me met hem verbonden. Ik ben ook naar hem vernoemd.

Mijn grootvader heette ook Carel. Met een C. Hij overleed in Buchenwald. 14 april 1941. Met Pasen.

Hij kwam daar terecht door toedoen van Seys Inquart, Hitlers rijkscommissaris voor het bezette Nederland.

Op last van Berlijn liet Seys Inquart tussen juli en oktober 1940 tussen 800 en 1000 Nederlanders oppakken. Ze werden formeel gegijzeld als vergelding voor het Nederlandse optreden in Nederlands-Indië tegen de Duitsers daar.

Onder de gegijzelden waren nogal wat lieden waarvan de Duitsers vreesden dat ze daar wel eens last mee zouden kunnen krijgen in het bezette Nederland.

Mijn grootvader was leider van de RKSP.  Fractievoorzitter in de Tweede Kamer geweest. Oud-minister van justitie en functionaris op het ministerie van defensie.

in het midden
in het midden

Hij werd dus gegijzeld en afgevoerd richting Buchenwald.

Daar kwam hij met vele anderen – waaronder Willem Drees – terecht in speciale barakken. De gegijzelden hoefden geen dwangarbeid te verrichten. Verder was het regime voor hen hetzelfde als voor alle andere kampbewoners.

Mijn grootvader overleefde het dus niet. Hij kon niet, zoals veel andere gegijzelden, later terugkeren naar Nederland om vervolgens vrijgelaten te worden.

Het is dit jaar 70 jaar na het einde van de oorlog. Tijd voor speciale herdenkingen. Voor de slachtoffers van de holocaust, de roma, de verzetsstrijders en de gevallen soldaten.

De gegijzelden van destijds waren politieke gevangenen. Behalve mijn grootvader verloor nog menigeen het leven tijdens hun gijzeling.

Voor hen is er echter geen herdenking. Ze worden nergens genoemd. Er is geen gedenkteken.

Ik heb tenminste nog een familiegraf waar ik heen kan. Daar staat zijn naam op de steen. In het graf ligt, of staat, een urn. Toen een medewerker van Seys Inquart die aan mijn grootmoeder gaf liet hij weten dat daar de as van haar man in zat.

Wie zal het zeggen? Mijn grootmoeder nam het maar aan. Ze had ook geen andere keuze.

 

 

 

Vrijheid blijheid, of toch niet

De een komt uit de horeca, de ander uit de muziek. Noel en Maarten de Bruin. Broers, partners. Vrije jongens. In de goede zin van de twee woorden.

In 2009 stapten ze vol goede moed in een nieuw project: de leegstaande Onze Lieve Vrouwe van Lourdeskerk aan de B. Blokstraat in Scheveningen. De kerk was verlaten door het Nationaal Toneel, dat de ruimte gebruikte om te repeteren.

De kerk werd in 1913 samen met dertien aanpalende panden ontworpen door Alexander Kropholler. In 1925 begon de bouw. De kerk werd in 1926 ingewijd. De toren kwam er in 1962, betaalt door Reindert  Zwolsman ter ere van het huwelijk van zijn dochter in het katholieke heiligdom. Op 10 september 2005 werd er de laatste heilige mis gehouden. Restte een holle ruimte waarvoor het bisdom en het kerkbestuur wanhopig een nieuwe bestemming zochten. Met de gemeente hijgend in hun nek.

De gebroeders De Bruin waagden de stap. In overleg met het bisdom, kerkbestuur en gemeente werd ingezet op een cultureel centrum voor Scheveningen, Den Haag en de agglomeratie Haaglanden. Er zouden bijeenkomsten van maatschappelijk nut gehouden gaan worden: tentoonstellingen, congressen, lezingen, presentaties, toneel, muziek, film.

De geschiedenis en de aard van het gebouw mochten geen geweld aangedaan worden, zo werd afgesproken. Alle kerkschatten moesten worden afgedekt.

Na twee jaar restaureren en aanpassen – met eigen geld – ging Chizone/In de Lourdeskerk op 10 mei 2011 open. Chizone (Japans voor energie) verwees niet alleen naar de geleverde en te leveren inspanningen maar ook naar de wens van de beheerders voor de bezoekers. Die moesten vol energie weer naar huis gaan. Als ‘vaste’ bewoners vonden een tiental therapeuten en medici in de gewelven van de kerk een nieuwe arbeidsplaats.

Op 31 december 2014 was het allemaal voorbij. De huur en andere kosten (verwarming!) waren te hoog in vergelijking met het aantal evenementen en hetgeen die opleverden. Ongeacht p.r., lage toegangsprijzen, zelfs offertes waar geen marge meer in zat.

Zijdens het bisdom, het kerkbestuur maar met name de gemeente en haar instellingen was er, ondanks alle goede intenties en mooie woorden over de noodzaak het gebouw ‘levend’ te houden, geen steun. Geen subsidie, geen evenementen, geen overleg. Een notoir klagende buurman werd geloofd, hoe doorzichtig zijn gedrag ook was en hoe ongefundeerd zijn dwarsliggerij.

Maar er was nog meer: met financiële steun van de gemeente werd er een concurrent ‘in de markt gezet’: het Zuiderstrandtheater ten zuiden van de Scheveningse haven. Een cultuurpaleis gebouwd op kosten van de gemeenschap. Gevuld met gesubsidieerde evenementen. Die ook nog bewust naar dat theater worden gedirigeerd. De leiding heeft een vast salaris ongeacht succes dan wel falen.  Zij hoeven hun eigen broek niet op te houden.

De broers zijn een illusie armer. En velen met hen. Niet alleen bezoekers maar ook organisatoren van evenementen en medewerkers waarvan velen zich om niet of tegen een vrijwilligersvergoeding inzetten om van Chizone/In de Lourdeskerk een succes te maken. Mensen die geloofden in een droom. Misschien wel een wonder. Hoe toepasselijk eigenlijk.

Het risico van een zelfstandige ondernemer? Kan zijn. Van de andere kant maken beloften schuld. En is het ‘samen uit, samen thuis’. Niet dat je als dank alleen maar stokken tussen de spaken gestoken krijgt of dat je concurrent alle steun krijgt die jij ontbeert. Zonder enige redengeving.

 

 

Paagman blaast Rex nieuw leven in

rex3

Wat hebben Centraal Bioscoop Theater, Savoy en Rex gemeen? Lange Poten nummer 41. Een gemeentelijk monument , ontworpen in 1919 door de Haagse architect Cornelis van den Hoogenband. Een mix uit Art Deco en ‘Um 1800 bewegung’. In de tijd dat de Lange Poten veranderde van woon- naar winkelstraat.

Het pand staat er  nog steeds en wordt komende maand betrokken door de boekhandel Paagman. Jawel, de Haagse boekhandel die gevestigd is aan de Frederik Hendriklaan. Een locatie waar men als sinds 1 november 1951 zit. Tegenwoordig in handen van Gerard Paagman jr., de zoon van de oprichter.

Paagman zegt u, die was toch failliet? Jawel, in 2011 sloten de Paagman-vestigingen in Rijswijk, Leidschendam, Delft en Zoetermeer. Vanwege enorme verliezen. Paagman in Den Haag was echter een aparte b.v. en bleef buiten deze malheur.

Sterker nog; Paagman floreerde aan de Frededik Hendriklaan. Zodanig zelfs dat Paagman jr. in 2014 de zaak Polare aan de Spuistraat overnam; de boekenzaak van De Slegte en Verwijs die over de kop was gegaan.

Nu verlaat Paagman dat pand voor de voormalige bioscoop aan de Lange Poten. Een pand opgebouwd uit natuursteen, met een reliëf van muziekinstrumenten in de gevel, en een aan de theaterwereld ontleende mannen- en vrouwenkop aan de vleugels van het dak.

rex2

In 1919 ging hier het Centraal bioscoop theater open. Na een restauratie in 1934 ging men verder onder de naam Savoy. In 1937 werd het Rex. Er konden vanaf 1950 503 mensen een plekje vinden, een aantal dat in de zestiger jaren werd opgevoerd tot 577.

Savoy/Rex fungeerde als de Cineac om de hoek op het Buitenhof: je kon er altijd binnenlopen. Voorstellingen starten elk twee uur opnieuw tussen half tien ’s ochtends en half elf ’s avonds.

In de zeventiger jaren kwam de verloedering. Rex vertoonde vooral nog B-films. In 1973 deden zich in het theater twee kleine brandjes voor, in 1977 werd het interieur door vlammen helemaal verwoest en ging de tent dicht.

Later trokken er diverse zakenlieden in zoals Jencikova meubels, Mercedes Benz, Sketch designspullen en Stock foto. En nu dus Paagman. De boekenzaak huurt het pand voor vijf jaar, met een optie voor nog eens vijf jaar, van Palladium Nederland b.v./Duin Vastgoed b.v., een onroerend goed bedrijf met Claudio Camisasca als uitvoerend directeur.

Het mooie van het verhaal is dat enkele jaren geleden de boekhandels dood werden verklaard door de opkomst van internet en e-books. Nu maakt Paagman een rentree, net als Van Stockum met een nieuwe vestiging  op Spui 40. Van Stockum loopt op de nieuwe plek als een tierelier. Nu Paagman nog. De ‘looks’ zijn in ieder geval al goed.

rex