
Een paar avonden terug werd ik bijna het ziekenhuis ingereden door een fietser van links, zonder licht. Het stormde, mijn bril was wazig van de regen, dus ik had slecht zicht. Ik zag de haastige jongeman net op tijd , remde bijna mijn kabels kapot en heb hem verrot gescholden. LUL.
Ik was op weg naar een gezellige avond, de aanslagen in Parijs nog vers in het geheugen. Tussen de spellen door ventileerde iedereen een mening, die varieerde van doodknuppelen tot doodknuffelen en alles wat je daartussenin verder nog kon bedenken zoals grenzen potdicht en iedereen een geweer enzo. Ik had er ook een mening over maar die doet nu niet ter zake.
Een paar dagen later kwam ik weer in het centrum van Den Haag omdat ik hoognodig weer eens wat foto’s moet schieten. Het veranderend aanzicht van Den haag heeft mijn warme belangstelling maar ook de oude hotspots en de kleine pareltjes mogen niet ontbreken in mijn inmiddels grote fotoverzameling. Het is een verslaving, ik weet het, maar geen waarmee ik een ander benadeel. Ik ben met pensioen en ik heb een hobby, dat kan niet iedereen zeggen.

Jan Vermolen staat weer op het Spuiplein – waarschijnlijk voor het laatst – met de mooie rode dr Anton Philipszaal als decor. De etalages van de Bijenkorf zijn weer voorzien van veel glitter, luxe en bewegende objecten. Nog even gecontroleerd of hun zwevende Zwarte Piet inderdaad van Goud was geworden. Ja dus. Door de oude en nieuwe Passage liggen respectievelijk rode en blauwe lopers maar de Kerstboom in de rotonde is er (nog) niet. In de Bonneterie brandt weer licht, heel veel zelfs. Er is het afgelopen jaar veel veranderd in onze stad.
Via Binnenhof, Korte Vijverberg en Lange Voorhout langzaam weer naar de bushalte op de Kneuterdijk gewandeld. Weinig gasten bij De Posthoorn. Die hebben echt veel last van de bouw van die parkeergarage onder het Tournooiveld. Ik neem me elke keer voor daar wat vaker een kop koffie te halen maar het is er nog niet van gekomen. Ik beloof beterschap. De bomen zijn inmiddels kaal en zo zag ik heel duidelijk het smalste huisje van Den Haag voor me opdoemen, bijna doodgedrukt door het paleis van de Hoge Raad, Huis Huguetan, en het paleis van de Van Lanschot Bankiers. Het Huis Huguetan staat op de lijst van mogelijke noodopvang voor de leden van de eerste kamer als het binnenhof grondig wordt gerenoveerd. De leden van de Hoge Raad verhuizen straks immers naar de nieuwbouw aan het Korte Voorhout, tegenover het glazen ministerie van Financiën. De eerste kamerleden willen er nog niet aan maar je kunst je een slechtere noodopvang voorstellen.
Het smalste huis van Den Haag (183 cm breed) had ik nog niet in mijn verzameling Haagse Pareltjes. Het is inderdaad heel erg smal, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door de hoogte. Hoe krijg ik het er goed op met mijn objectief van 24 mm. De straat is smal, veel ruimte om achteruit te lopen was er niet vanwege geparkeerde auto’s. Ik wilde natuurlijk zowel stoep als dakrand er op hebben maar dat bleek onmogelijk. Ik moest kiezen tussen wel stoeprand en geen lucht (maar dan kon je niet zien hoe hoog het was) of geen stoeprand maar wel lucht, uiteindelijk heb ik voor dat laatste gekozen. Voor alle duidelijkheid: om bij de voordeur te komen moet je eerst een trapje af. Downstairs, zogezegd. Dat was nog een hele puzzel en geklooi. Had wat proefopnames gemaakt om ze zo op mijn schermpje te kunnen bekijken. Ik heb de gedragsafwijking dat ik in principe alleen “liggende” foto’s maak en geen “staande”, anders had zich dat probleem niet voorgedaan natuurlijk. Kortom: ik was lekker bezig. Terwijl ik daarmee erg druk was voelde ik ogen op mij gericht. De buitendeur van de bankier was opengegaan en er stond een strenge meneer in overhemd op de stoep die mij observeerde. Althans dat vertelde mijn gevoel me. Ik vond dat naar. Voelde hij zich bedreigd? Dat kan, het is vaker voorgekomen dat fotografen er van verdacht werden bezig te zijn met het voorbereiden van aanslagen. Nou ja, echte terroristen doen dat natuurlijk minder opvallend. Uit reflex liep ik naar hem toe, ik wilde wel eens weten waarom hij me zo naar me had gekeken. Maar meneer stak een sigaretje op en ging naast een auto staan roken zonder iets te zeggen.
Ik had inmiddels de min of meer perfecte foto gemaakt en ben daarna maar naar de bushalte gewandeld. Het was mijn voornemen om me niet bang te laten maken na die vreselijke dingen die in Parijs zijn gebeurd. Den Haag, de stad van Vrede en Recht is tenslotte geen Parijs. De kans dat ik door een idiote fietser in het ziekenhuis zal belanden is vele malen groter dan door een terroristische aanslag.