De hype rond de neuroloog Jansen Steur, kreeg in “1 Vandaag” een nieuw hoogtepunt. Aanvankelijk dacht ik dat ik hier met een goed stuk journalistiek werk had te maken, maar aan het slot werd de verwarring alleen maar groter gemaakt. Wat is het geval. De emeritus neuroloog Rien Vermeulen neemt het op voor Jansen Steur. Zijn betoog valt in twee delen uiteen. Namelijk dat het normaal is dat de diagnose voor 10% niet goed wordt vastgesteld door neurologen. Hier zit Jansen Steur ruim onder. En dat er soms moedwillig een verkeerde diagnose naar de verzekeraar gaat. Dit omdat de verzekeraar bepaalde dingen niet vergoedt terwijl de arts vaststelt dat die wel nodig zijn voor de patiënt. Deze verkeerde diagnose zorgt dan alsnog voor vergoeding. Vermeulen geeft daarbij het voorbeeld van het medicijn Exelon dat de verzekeraar niet wil vergoeden bij een beginnende dementie, terwijl de arts dit wil voorschrijven wegens gebleken grote geschiktheid bij beginnend dementerenden. Daarna geeft hij het concrete voorbeeld van een rolstoel, die een patiënt bij een complexe diagnose niet krijgt, terwijl de arts dit wel voorschrijft. Bij het stellen van de bekende diagnose ‘MS’, die dezelfde praktische gevolgen heeft voor de patiënt, blijkt dit dan vervolgens geen probleem. Dit is exact het punt waar het om draait. Het is de verzekeraar die hier op de stoel van de arts gaat zitten, waardoor de arts kronkelwegen moet zoeken om de patiënt te kunnen helpen en aan zijn eed te voldoen.

Al sinds de Griekse tijd leggen de artsen een eed de eerste vorm komt van Hippocrates. Tegenwoordig luidt de artseneed afkomstig van de KNMG en de VSNU van 2003 als volgt:
“Ik zweer/beloof dat ik de geneeskunst zo goed als ik kan zal uitoefenen ten dienste van mijn medemens. Ik zal zorgen voor zieken, gezondheid bevorderen en lijden verlichten.
Ik stel het belang van de patiënt voorop en eerbiedig zijn opvattingen. Ik zal aan de patiënt geen schade doen. Ik luister en zal hem goed inlichten. Ik zal geheim houden wat mij is toevertrouwd.
Ik zal de geneeskundige kennis van mijzelf en anderen bevorderen. Ik erken de grenzen van mijn mogelijkheden. Ik zal mij open en toetsbaar opstellen, en ik ken mijn verantwoordelijkheid voor de samenleving. Ik zal de beschikbaarheid en toegankelijkheid van de gezondheidszorg bevorderen.
Ik maak geen misbruik van mijn medische kennis, ook niet onder druk. Ik zal zo het beroep van arts in ere houden.
Zo waarlijk helpe mij God almachtig
of
Dat beloof ik.”
Ik ben blij dat de arts de gezondheid van de patiënt, boven de goede resultaten voor de verzekeraar stelt.
Maar dan komt letselschadespecialist Yme Drost aan het woord. Hij maakt er een soepzooi van. Ziet of wil niet zien het verschil tussen moedwillige verkeerde diagnose ten nadele van de patiënt en de moedwillig verkeerde diagnose ten goede van de patiënt. Vervolgens komt hij met een niet concreet voorbeeld van orgaandonatie dat als een tang op een varken slaat. Misschien is het beter dat de heer Drost zich bezig gaat houden met letselschade dat is veroorzaakt door de verzekeraar als deze niet beantwoordt aan de voorschriften van de arts.
Teun Wolzak