De Roze Steenvlakte

Ik erger me er al langere tijd aan. Een steenvlakte tussen het Princes Irenepad (jawel, dat bestaat in Den Haag), de Prins Clauslaan, Prins Willem Alexanderweg (ook die is er) en de Koninklijke Bibliotheek. KB in vaktaal, Prins-Alexanderhof, mét streepje.

Licht roze tegels. Import, want die steensoort bestaat niet in ons land. In totaal een kleine 13.000 vierkanten en rechthoeken. Ik kan er een paar honderd naast zitten, maar zo ongeveer is het dat wel. De meesten 50 x 25 centimeter groot, een minderheid 25 x 25. Een goede vijf centimeter dik.

Een stenen ‘tapijt’ te midden van straten en grote gebouwen. Vergeten. Vrijwel geen voetganger loopt er over heen. Af en toe waagt zich een fietser op de vlakte. Zenuwachtig rondkijkend alsof er iets verbodens wordt gedaan.

Enkele jaren terug was het nog een simpele grasvlakte. Totdat iemand – ergens in het Haagse stadhuis – besloot dat het levende groene gras plaats diende te maken voor koud, kaal steen.  Er is maanden aan gewerkt het voor elkaar te krijgen.

En waarom? Niemand die het weet. Per tegel is er minstens 100 euro, en wellicht wel het dubbele aan uitgegeven. Inclusief btw. Negentien procent. Alles bij elkaar tot een godsvermogen aan steen.

Om de hoek is de Princes Beatrixlaan aan beide zijden geplaveid met hetzelfde soort. Geen succes overigens. Tegels barstten voortdurend. Zakken weg. Verkommeren. Dus komen er periodiek ‘mannetjes’ die in  opdracht van de gemeente al deze ellende moeizaam herstellen. Met nieuwe, geïmporteerde stenen plateaus. Lekker langzaam zodat het lang duurt. En dus veel kost.

De houten kratten met nieuw vervaardigde tegels staan er schier eindeloos. Inclusief containers waarin de verwijderde exemplaren, inclusief betonnen ‘ondergrond’, verdwijnen. Dat er even verderop een vlakte ligt uit zonder meer bruikbare tegels schijnt niemand te weten. Of te beseffen.

Er komt een boze gedachte bij me op: zou iemand zijn zakken hebben laten vullen door het bestellen van 13.000 tegels ‘in overschot’ die vervolgens schielijk dienden te ‘verdwijnen’ om vervolgorders niet in de weg te zitten?

Ik kijk nu ineens met een hele andere blik naar die roze stenen. Volgens mij blinken ze.

 

Luchtkussenfestival Den Haag 14 – 16 mei 2015

IMG_6063

Gisteravond is Het Luchtkussenfestival geopend in het Huijgenspark in Den Haag. Uniek dit jaar is de Big Airbag en het “grote-mensen-springen”! En vooral vanwege dat laatste was ik er gisteravond bij want wat is er nou leuker dan je als volwassene weer even kind voelen en lekker rond springen?!

Het Luchtkussenfestival Den Haag wordt dit jaar voor de vierde keer georganiseerd. Ik sprak Joris via de telefoon omdat ik hem belde met de vraag, “mag ik komen springen?”. In het dagelijks leven is Joris cameraman en Emmy award winnaar met de documentaire, “Hunting for Taliban”.

Joris vertelde mij over het ontstaan van zijn idee en dat is ronduit bijzonder. Joris woont samen met zijn gezin aan het Huijgenspark in Den Haag, aannemer en vriend Adriaan woont daar ook en organiseerde op een dag voor de verjaardag van zijn dochter een feestje in het park, met jawel, een springkussen. De vaders spraken over het feit dat kinderen tegenwoordig zo weinig bewegen en dat terwijl de kids het springen allemaal fantastisch vonden.

Zoals zoveel mensen wel eens dromen gingen Adriaan en Joris direct om de tafel zitten want daar moest iets aan gedaan worden. En hoe gaaf zou dat zijn als het hele park ooit eens vol stond met springkussens? Cameraman Joris en aannemer Adriaan huurden een stel springkussens, vroegen de juiste vergunningen aan en zie hier, Het Luchtkussenfestival was geboren. Naast de twee heren heeft Arthur ook een belangrijke functie binnen het team als producer.

Joris; “Zonder de support van mijn vrouw Anne had ik er nooit zoveel tijd in kunnen steken, daarbij werkt zij ook hard mee om ook dit jaar weer een mooie editie neer te zetten. Uniek dit jaar is het “grote-mensen-springen, want de ouders van alle kids wilde dat ook wel eens doen”. De droom van Adriaan en Joris is om ooit het Haagse Malieveld helemaal vol te zetten met springkussens voor het grootste Luchtkussen festival van Europa!

Wie, wat en waar is Het Luchtkussenfestival?

Gister is het festival van start gegaan in het Huijgenspark in Den Haag. Het Huijgenspark ligt tussen Hollands Spoor en het centrum van Den Haag en is zowel met de auto als met het openbaar vervoer goed te bereiken. Tot en met zaterdag kan je de hele dag rondspringen in het springparadijs vol luchtkussens.

Van 11.00 uur tot 18.00 uur is het de place to be voor de kids, ze kunnen stuiteren op de luchtkussens, losgaan op de 70 meter lange “Mega-take-out-stormbaan” of zich wagen aan een basejump van 4 meter hoog. Ben je minimaal 1.20 dan kunnen ze ook de grote sprong van 7 of 10 meter proberen. Voor de kleintjes, in de leeftijd tot en met 4 jaar, is er een veilig eigen springdomein met onder andere een ballenbad en sprookjeskussen.

Om 18.00 uur sluiten de poorten om vervolgens vanaf 19.00 uur weer open te gaan voor de volwassenen die zich willen uitleven. Dat is precies wat ik gisteravond heb gedaan met vriendinnen Linda en Eyleen. Thx girls, voor de fotografie en de video’s;)!

Wat een belevenis, ik vind het echt een aanrader

Ik zit nu thuis op de bank met een big smile dit verhaal te schrijven. Het is lang geleden dat ik zo heb gelachen, wat een avond! Werkelijk, ik vond het geweldig om mij een hele avond uit te leven, springen van 4 meter op de Base Jump, lachen, gieren en brullen op de stormbaan en proberen wie het snelste de aap kon bereiken die bovenop het luchtkussen zat. Kijk je mee naar onze belevenissen in de videos?

http://youtu.be/d7ueczlXfxo

http://youtu.be/CwyJzPkrToM

Big AirBag
De Big AirBag is een kussen van 10 x 10 meter waar èchte daredevils zich op kunnen laten vallen na een sprong van 7 of 10 meter hoogte. Een echte Freestyle jump dus. Jawel, ik kan nu zeggen dat ik één van de daredevils ben! Het is verplicht om een waiver te tekenen en eerst van 7 meter hoogte te springen. Op die manier kan de begeleider kijken of je goed genoeg springt voor de sprong van 10 meter. Mijn tip; niet kijken en doen! Ik liep naar voren met een kleine aanloop en sprong gelijk. De landig was prima en minder pijnlijk vond ik dan bij de Base Jump van 4 meter, de mat is zachter. Ik kreeg een “GO” voor de 10 meter. Maar dat was toch een mental ding voor mij. Ik durfde niet en heb de sprong van 7 meter nog een keer gedaan en die kan ik je echt aanraden. Volgend jaar ga ik weer en dan ga ik voor de 10 meter. De eerste video is van boven gefilmd en die is een stuk spectaculairder, al zeg ik het zelf, dan de video eronder, die van voren is gefilmd.

http://youtu.be/pRdQG4riht8

http://youtu.be/EL677EJzJmQ

Meer tips en blog Travel Around with me van Henriette Bokslag

#Lightmyfire

Lex Uiting is dood. En zijn vrienden willen hem zelf begraven. Mag dat? Op uitzending gemist kijk ik één van de nieuwere afleveringen van het journalistieke programma Rambam. Om erachter te komen hoeveel een uitvaartverzekering uitkeert en wat een uitvaart kost, doet Lex alsof hij is gestorven en gaat de rest van de jonge opgetogen programmamakers undercover op onderzoek uit.

In eerste instantie levert het Rambam-onderzoek niet veel bijzonders op: de verzekering keert niet genoeg uit om de kosten te dekken, de koffie en cake gaan twintig maal over de kop en zelf begraven mag niet. Kortom, de dode wordt aan alle kanten genaaid, maar niets nieuws onder de zoden.

Maar dan introduceert Rambam de doe-het-zelf begrafenis. Nee, zelf begraven, dát mag niet. Maar de begrafenisondernemer, de ‘middle man’ mag je wel uitschakelen. Ik vind het wel iets romantisch hebben, op een lugubere manier. Iedereen heeft wel een groep goede vrienden waarmee een pact te sluiten valt. De klusser van de groep knutselt de kist, voor lijkvervoer huur je een busje bij de lokale variant van Stuur Autoverhuur en de dienst kan wel gewoon bij iemand thuis. Een soort van kerstdiner, maar ietwat grimmig in de sfeer. Psychologen zullen uitwijzen dat het goed is voor het rouwproces om met zijn allen lekker bezig te zijn en het drukt de kosten. Iedereen blij.

De doe-het-zelf uitvaart lijkt voor mijzelf in ieder geval een goed alternatief. Door mijn eigen nalatigheid heb ik al jarenlang geen uitvaartverzekering. Als mijn ouders op bezoek komen nemen ze vaak een doos vol nostalgische kinderspeeltjes en aan mij geadresseerde post van tien jaar geleden mee waar ze helaas geen plek meer voor kunnen vinden in hun vrijstaande vierslaapkamerboerderij. Ik stel me voor dat mijn uitvaartverzekering op een soortgelijke manier sneuvelde bij gebrek aan plek in hun administratie. Nu wil ik graag mijn lichaam doneren aan de wetenschap, maar ze hoeven me niet. De wetenschap heeft al genoeg toekomstige lijken in de wachtstand om nog jarenlang lustig op voort te experimenteren. Dus, lieve vrienden, het wordt tijd voor plan B.

Maar, niet irrelevant, wat doe je als je de ‘last man standing’ bent? Voor mensen met overleden dan wel nalatige vrienden en familie kunnen we een online platform oprichten. Tegenwoordig ontstaan overal community gebaseerde initiatieven, van het ruilen van ongedragen kleding tot het koken en uitdelen van weggegooid voedsel. Best gek dat er nog geen Facebook-groep voor de laatste vaarwel is. Onder een pakkende naam als ‘Light my fire’ komt dat volgens mij best van de grond.

 
Brenda Hijmans

Helikopter Karsten

Een parkeerterrein in Leidschenveen. Een betonvlakte met her en der een auto. Een goudkleurige Mercedes draait de lap grond op. En stopt. Een chauffeur haast zich het portier te openen. Karsten Klein verschijnt, de Haagse wethouder van onder meer economische zaken. En met hem nog een meneer. De kofferbak gaat open. De overjas wordt, zorgvuldig opgevouwen, weggeborgen. Karsten rommelt wat in de zakken van zijn grijze jasje. Kort daarna steekt hij een peuk op.

Even voor vijven stappen de mannen weer in om even verderop een zanderige, provisorische weg op te draaien. Eindpunt van de reis – nog geen 500 meter – vormt een grote witte tent in de vorm van een tipi. De procedure herhaalt zich.

Kort daarna schrijdt Karsten het terrein op: een net ingezaaide vlakte van meerdere hectaren in de middle of nowhere. Tientallen figuren in strakke pakken met badges op de borst gespeld schieten naar hem toe om hem te hand te drukken. Dames in strakke mantelpakjes op ongepaste hoge hakken voor deze omgeving doen hetzelfde.

De tv is er ook. Tv West in dit geval. Of er een interview met Karsten mogelijk is. Natuurlijk. Zorgvuldig wordt de windrichting uitgekozen. Karsten leg zijn zwarte haren in de plooi. Zet zijn beste glimlach of en begint met zijn tekst. Gadegeslagen door talrijke omstanders. Ze klappen nog net niet.

Het is Kartsens’ feestje hier op de zogenoemde Gavi-kavel: een al jaren braak liggend stuk grond ten zuidoosten van het verkeersplein Ypenburg. Den Haag wil er een bedrijventerrein van maken. Er staat ook een doek van minstens 10 x 10 meter met als opschrift ‘Werelds Den Haag, zakendoen langs de A12’. Tot nu toe heeft niemand toegehapt.

Werelds Den Haag

Karsten wil die toestand wijzigen. Al is het maar tijdelijk. Voor een jaar of vijf. Dan zien we wel verder. Zijn visitekaartje: een start- en landingsplaats voor helikopters. Een helihaven. En daarvoor zijn we hier. Minstens 20 ambtenaren van Karstens’ diensten. En belangstellenden. Zoals omwonenden die bang zijn voor geluidoverlast van de wentelwieken.

De ‘onbekenden’, te herkennen aan het ontbreken van een badge, worden allemaal aangeschoten. ‘Mag ik mij even voorstellen…En u bent? Ah. En u functie? O, juist, u komt gewoon maar even kijken. Woont u hier in de buurt? Juist ja…’. Je hoeft je nog net niet te legitimeren. Karsten glimlacht maar, draait rond. Want ‘zijn’ speeltje moet er nog aankomen. Een echte helikopter! Die gaat er landen en opstijgen.

‘Dames en heren, daar komt ie aan’ roept de opperstalmeester na drie kwartier. Boven het ADO Stadion is een stip  te zien die zich even later ontpopt als de helikopter. Inderdaad, hij landt. En stijgt weer op. Fotografen weten niet meer hoeveel prenten ze moeten schieten. Net kleine kinderen. En Kartsen maar blij kijken.

Als een aanwezige Kartsens’ woordvoerster – ook al op hoge hakken – vraagt naar de reden van de bijeenkomst omdat het toch de provincie is die eerst vergunning moet geven voor de start- en landingsplaats en dat dat nog wel even kan duren – volgt een ontwapenend antwoord. ‘Karsten wilde het. De gemeente vindt de helihaven heel belangrijk’.

Toch leuk dat Karsten om zo’n uitje te organiseren voor zijn naaste medewerkers. Met z’n allen naar niemandsland. Hoe avontuurlijk! En dan komt er ook nog zo’n speeltuig uit de lucht. Spannend!

Rondom, tussen de struiken, puin, afval en resten van gebruik en fabricage van drugs. Ganzen, eenden, fazanten. Naast de helihaven komt, ook weer tijdelijk, een camping voor 100 camperbezitters. De beheerder klaagt dat hij zijn opening moest uitstellen tot deze happening.

Er komt een ijsbaan en een ecotuin. Een imker vestigt er zich alsmede een  houtzagerij die uit bomen die Den Haag omzaagt meubels maakt. Voor scoutinggroepen zou er een locatie moeten komen voor het bouwen van houten stellages met behulp van touwen. Maar dat staat nog niet helemaal vast.

Kortom: Karstens’ speeltuin. En dat alles op kosten van de arme Haagse belastingbetaler. Die van niets weet. Wedden dat Karsten ooit in de landelijke politiek opduikt? WereldsKaart 1

Bericht van het Abrikerkhof

De Abri. We kennen ze allemaal. In weer en wind moeten ze ons beschutten als we op de tram of bus staan te wachten. Abri zegt het zelf al: het is een verbastering van het Franse woord ‘abrier’ hetgeen zoveel betekent als ‘beschutten’.

De nieuwe abri’s die in Den Haag geplaatst worden, komen van een Belgisch bedrijf. Epsilon Signs in Bree. Een stadje in de hoek van België die grenst aan Noord-Brabant en Limburg. Waarom onze abri’s daar vandaan moeten komen, vraag het mij niet. Het is zo. Kennelijk.

Natuurlijk ‘verdwijnen’ er ook wel eens abri’s. Als een halte verdwijnt bijvoorbeeld. Maar waar gaan die spullen dan heen? Worden de abri’s elders herplaatst? Worden ze hergebruikt? Of worden ze gewoon gedumpt?

Het lijkt  op het laatste. In een uithoek van Den Haag, ver buiten het zicht van de inwoners en beleidsbepalers, ligt een heus Abrikerkhof. Een laatste rustplaats waar niemand verantwoordelijkheid voor wil nemen.

Bij de H.T.M., ‘onze’ vervoerder, verwijzen ze naar de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag, de opvolger van het Gewest Haaglanden. Daar zeggen ze dat JCDecaux verantwoordelijk is; een bedrijf dat zich specialiseert in reclamedragend ‘stadsmeubilair’ zoals dat tegenwoordig heet.

Bij JCDecaux roepen ze echter dat Epsilon Signs er ‘alles’ van af weet. Desondanks weet men te melden dat de abri’s gekocht kunnen worden. En dat Epsilon zelf onderdelen ervan naar behoefte hergebruikt. Maar ook abri’s sloopt en als afval laat verdwijnen. Alsof het allemaal niets gekost heeft.

Bij Epsilon Signs zelf doen ze er een diep zwijgen toe. Van de Haagse opslag zegt men spontaan niets te weten. Het zal worden onderzocht. Ende der durchsage. Nooit meer iets vernomen. Bij deze een Bericht van het Abrikerkhof.
DSC01221

DSC01216

DSC01218DSC01219DSC01226DSC01217