Parijs is nog ver. Zeker als je Tommy heet: met zijn korte pootjes kan onze columnist niet bij de trappers. Sturen kan hij ook niet. Blaffen wel.
Op deze Quatorze Juillet wordt de telefoon aangenomen door een vriendelijke dame:
“Goedemiddag, u spreekt met de dierenbescherming. Waarmee kan ik u van dienst zijn?”
“Goedemiddag, u spreekt met Tommy, ik ben vastgebonden aan een boom, ergens in de
Pyreneeën…”
“Meneer, u spreekt met de dierenbescherming, niet met een SM-club. U denkt zeker dat u lollig bent?”
“Maar mevrouw, u luistert niet. De redactie van Haagspraak heeft mij meegenomen naar Frankrijk om de Tour te verslaan, maar ik wil naar huis. Hallo? Hallo, bent u daar nog?”
Het is duidelijk dat je als hondje alleen in de Pyreneeën niet serieus genomen wordt. Dat is niet prettig, zo dicht bij Spanje, waar honden vreselijk slecht behandeld worden. En in een toeristengids las ik dat hier tegenwoordig zelfs weer beren voorkomen. (Red: hier hebben wij het geklaag van onze Tourverslaggever wat ingekort. Wij gaan nu verder met de vooruitblik op de etappe.)
Vandaag gaat deze editie van de Tour voor het eerst de bergen in. Na een vlakke aanloop is er een enkele, lange klim: 15 kilometer tegen 7,4%, de paar vierde-categorieklimmetjes in het vlakke deel van deze relatief korte rit tel ik voor het gemak niet mee. De beklimming loopt aanvankelijk vrij regelmatig omhoog, om uiteindelijk in de laatste kilometers wat af te vlakken. Hier mag je ervan uitgaan dat de mannen met power in het voordeel zijn ten opzichte van de pure klimmers. De laatste kilometer is echter wel weer stijl. Dit zou een mooi punt kunnen zijn voor Joaquim Rodriguez, als Team Sky, wat een sterke selectie van klimmers meenam naar deze Tour, hem dan nog niet gelost heeft. Houdt ook Quintana in de gaten, hij moet tijd terug pakken op Froome. Het moge duidelijk zijn dat de in Kenia geboren Brit voor mij de favoriet is in deze rit.
Woef.
Tommy niet zeiken. Jij komt nog eens ergens.