OK op locatie bij … TV

Opûh Koffie komt naar u toe deze zomer … Zo had de OK op locatie bij revaliderende Theo kunnen heten. Het leek mij een avontuur bij hem in het verzorgingstehuis langs te gaan vergeleken bij de wekelijkse OK bijeenkomsten onder het IJspaleis. En dat werd het ook.

Zoals gebruikelijk weet ik niet de naam van de betreffende plek in het gebouw dus ik probeer maar bij de niet al te snelle maar goed ogende receptioniste de termen Opûh Koffie, tweede etage en Theo. Zelfs zijn achternaam wist ik niet.

“Is er een koffietafelbijeenkomst?”, roept zij omkijkend naar haar collega in het kantoortje. Maar ik wacht haar antwoord niet af want ik zie door het glas al enkele druk doende OK’ers mijn richting uit kijken. Zij zijn mijn vrijgeleide naar binnen.

Ik vind het een uitdaging om de drie weken geleden aan het hart geopereerde en hier herstellende ‘OK activist’ samen met wie maar wil een bezoekje te brengen. Anderen kwamen al in het ziekenhuis langs. Café Van Beek zal het vandaag zonder ons moeten stellen.

Het restaurant is grotendeels leeg. Grote oranje/roze bloemdecoraties aan de wanden remmen mijn snelle blik op de wereld behoorlijk af. Hier heerst de tijd in alle eeuwigheid. In de verte langs het raam zit een bezoeker in een rolstoel. De solide tafel waar wij aan zitten is van Ikea kantoorkwaliteit, absoluut niet wiebelend waardoor stabiliserende bierviltjes niet nodig zijn. Boor- of brandgaten in het blad tonen onverschilligheid in gebruik.

Het is ochtend en een enkel persoon loopt af en toe langs. Het is niet te zien of het een bewoner is of een medewerker. Natuurlijk wel als deze bibberend en vertwijfeld om zich heen kijkend achter een rollator voorbij komt schuifelen. Want een tijdje geleden is besloten dat de verzorgers geen werkkleding meer aan hoeven omdat de groene kleding op de bewoners van de hoger liggende etages negatief werken. Zo kan het gebeuren dat iemand ongemerkt geholpen wordt door een medepatiënt. Waar gebeurd!

Theo heeft WiFi waarvoor hij betaalt. En daar kan alleen hij als tijdelijke bewoner gebruik van maken. Alle pogingen om zijn gegevens over te nemen in onze eigen mobiele apparaatjes falen. Dat roept om een bezoekje aan de balie. Maar daar kan ik niet naar toe omdat de automatische deuren voor mij gesloten blijven. Hiervoor is een speciale code nodig op de toetsenbordjes ernaast. Dat benauwt mij en meteen weet ik weer waarom ik niet zolang wil blijven.

Ik ben niet de enige die naar buiten wil. Een oudere wat onzekere dame in een rolstoel wil dat ook. En net als zij zich uit haar zitting wil verheffen voor de verlossende code opent de glazen doorgang naar de vrijheid. Een keurige vent in pak met pandjesjas is er de oorzaak van. Hij laat ons met een glimlach door via de mij onbekende code, inclusief de inmiddels trillende dame die weer in de brede elektrische rolstoel is neergedaald. Het blijkt de begrafenisondernemer te zijn.

Terwijl ik snel even tussendoor aan de baliemedewerkster probeer te vragen of er WiFi is, antwoordt zij met een alle tijd van de wereld stem: “Een ogenblik geduld, ik ben even met iemand in gesprek.” Dat zie ik wel, maar ik zie ook dat het een collega van haar is aan mijn kant van de balie. Ondertussen kijk ik om mij heen of er ergens een briefje hangt waar de WiFi codes op vermeld staan. Dat blijkt niet het geval. De collega aan mijn kant van de balie is klaar als de telefoon gaat. Ook een collega aan de telefoon krijgt voorrang op mij.

Op dat moment komt de elektrische rolstoel met de vrouwelijke passagier weer via de ontvangsthal binnen. Deze keer van achteren aangestuurd door iemand van buiten.
“Zij mag toch helemaal niet naar buiten?”, is de vraag aan de receptioniste die net met mij in gesprek wil gaan. Zij kijkt naar de inhoud van de stoel en antwoordt: “Nee, natuurlijk niet!” De tijdelijke bestuurder buigt zich naar zijn passagiere, kijkt haar diep in de ogen en zegt dan: “Dat mag je niet meer doen hoor, stoute meid!” Zij toont een minzaam lachje rond haar lippen. Maar het was de begrafenisondernemer die deze vluchtpoging mogelijk maakte, wellicht met klandizie in het vooruitzicht?

“Nee”, is het uiterst korte enigszins bitse antwoord waar ik inmiddels al minutenlang op sta te wachten. “WiFi is alleen voor onze bewoners en zij betalen ervoor. Er staan wel twee pc’s in de koffiecorner die gratis gebruikt mogen worden.” Ik dank haar voor haar ‘snelle’ service (..) en voeg mij weer aan de OK-tafel. Zo’n behoefte aan internet heb ik ook weer niet.

Waar had ik mijn iPhone nu ook alweer gelaten? Niet in mijn zakken niet in mijn tas maar gewoon op tafel toch?
“Iemand mijn mobieltje gezien?”
Roel is de eerste die ontkennend antwoordt. Maar Theo heeft het niet meer. En met zijn handdoekrolletje tussen borst en tafel tegen de pijn van het lachen onthult hij de plek. Hij heeft mijn mobieltje ‘veilig gesteld’ onder zijn tablet.

Hiermee geeft Theo meteen aan hoe het met zijn herstel is. Zoals hijzelf op Telegram zegt: “Beste mede broeders volgende week mogen jullie weer van mijn briljante aanwezigheid genieten ik wordt vrijdag vrijgelaten. Dan zal ik het algemeen niveau weer verhogen … lol.”

Oenkenstein: “Zegt ook wel iets over je wilskracht. Je bent snel hersteld!”
Edwin: “Ja, Theo is een bikkel hè?”
Theo: “Superpupauwerrrrrrrr Danoontje hè?”
Oenkenstein: “Het is maar goed dat je niet in het VUmc ligt!”
Edwin: “Dan had je zwemtraining kunnen doen.”
Theo: “Dat wilde ik al zeggen. In voorbereiding op de zeespiegelstijging!”
Oenkenstein: “Leve Groenland! Weg met het pakijs!”

En met deze inspirerende uitroepen verlaten wij de anders zo rustige koffiecorner van de uiterst geheimgehouden herstellocatie van Theo V.

Tot volgende week TV!

De man aan de tafel

Soms ontmoeten wij tijdens de Opûh Koffie bijzondere mensen. Vandaag is weer zo’n moment. Enkelen van ons zijn al vertrokken en lezen dit ongetwijfeld met lede ogen.

In gesprek met Edwin vraagt de man mij of hij “daar kan gaan zitten”. Het is eigenlijk geen vraag maar meer een mededeling want hij schuift meteen door naar de uiterste hoek. Hij komt zeer resoluut over, wijst precies aan waar hij wil gaan zitten en vraagt meteen waarom die tafel in de lengte staat. Want hij staat “altijd dwars”. Hij begint meteen aan de tafel te sjorren en wij zijn wel bereid om deze mee helpen ‘terug’ te zetten.
IMG_2219
‘onze’ tafel bij Café Van Beek ondergaat een bijzondere behandeling tijdens de Opûh Koffie

Zolang ik de OK bij Van Beek meemaak heb ik de rangschikking van tafels niet anders gezien. Maar er is geen discussie over mogelijk, deze tafel staat “altijd dwars” gezien vanuit de andere OK tafels. Hij doet zijn jack uit en hangt het over een stoel tegenover hem. Hij knoopt zijn overhemd los, een knoopje meer dan dat ik zou doen want nu komt zijn onderhemd in beeld. Hij zit daar nu alleen op de bank met ‘onze’ tafel dwars vóór hem. Alsof hij een vergadering gaat voorzitten.

De plastic tasjes drapeert hij breed uit over de bank. Vervolgens haalt hij een stuk papier tevoorschijn om de tafel schoon te maken. Een sterke citroenlucht komt hierbij vrij alsof hij een schoonmaakmiddel gebruikt. Alles wordt keurig gerangschikt. Het standaard potje met kunstbloemen, de peper, het zout, het waxine tafellichtje, de tonic met glas, die hij besteld heeft met ijsklontjes, een pen wat los geld en een tasje van de Media Markt waarop staat; ‘Ik ben toch niet gek?’

Hij staat op om naar de wc te gaan om na lange tijd weer terug te komen. Een rol dun wit papier wordt uiterst zorgvuldig uitgerold over de tafel tot op de grond toe aan de andere kant. Waar hij het vandaan heeft, ik weet het niet. Het beetje gekreukte papier wordt zoveel mogelijk met de vlakke hand gladgestreken. Het begin lijkt afgescheurd. Dat knipt hij nu kaarsrecht af. Om de zoveel centimeter vouwt hij het en knipt het dan weer af. Het lijken papieren handdoekjes te worden. Inmiddels is de hele tafel in beslag genomen. Zo langzamerhand krijgt hij ook de aandacht van de andere tafels om hem heen. Je ziet men elkaar informeren over deze ongewone act. Sommigen draaien zich daarbij gewoon om toch vooral niets te hoeven missen.

Na weer lange tijd op het herentoilet gaat hij door met zijn zo te zien voor hem belangrijke bezigheden. Heel zorgvuldig schrijft hij met een balpen op een papiertje bovenaan de woorden ‘Katwijk’ met daarachter ‘gezellig’. Dan haalt hij een papieren zakje tevoorschijn en strooit dat met enig lawaai op tafel leeg. Allemaal muntgeld waarmee hij geldrolletjes maakt.

Al die tijd kijkt hij niet op of om of hij de aandacht trekt maar gaat onverstoorbaar door. Alle tafels in het café hebben nu zijn aandacht.

Dan weet ik het opeens! De man heeft teveel naar Mr. Bean gekeken!

%d bloggers liken dit: