Enige tijd geleden werd op de Face Book pagina van Maurits Burger een foto geplaatst van het Jugendstil pand op de Laan van Meerdervoort hoek Waldeck Pyrmontkade met de vraag wie de maker was van de tegeltableau’s: Rozenburg of de Porceleyne Fles?
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed vermeldt dat de firma Rozenburg de tegels had vervaardigd hetgeen niet juist is. Toevallig wist ik wie de makers waren en plaatse een link naar Wikipedia waar de info te vinden was over wie wat waar.(H.M. Mauser).
Het hoekpand is een ontwerp van architect J. Olthuis die ook de tableau’s heeft ontworpen. Op een van de tableau’s staat zijn naam vermeld evenals de namen Thooft en Labouchere, beiden waren eigenaar van de Porceleyne Fles. Vreemd is wel dat Thooft die geruime tijd ziek was voordat hij in 1890 overleed op een van de tableau’s vermeld staat, terwijl het gebouw uit 1902-1903 stamt.
H.M. Mauser die vanaf 1891 in dienst was en mede directeur bij de Porceleyne Fles was geworden, werkte onder andere mee aan de ontwikkeling van de sectiel-techniek. De tegeltableau’s op de Laan van Meerdervoort zijn uitgevoerd in deze nieuwe techniek.
Thooft overlijdt in 1890.
De sectieltechniek (H.M. Mauser) werd voor het eerst in 1900 op de Wereldtentoonstelling van Parijs gepresenteerd.
Het gebouw is uit 1903.
Hij of zij die het weet waarom de naam Thooft vermeld wordt, mag het zeggen.
Bronnen Wikipedia – Capriolus
https://nl.wikipedia.org/wiki/Heinz_Mauser
http://www.capriolus.nl/nl/content/porceleyne-fles-vh-joost-thooft-en-labouchere-delftsch-aardewerkfabriek-de
Meer foto’s met tegeltableau’s op
Haagspraak 
Haha, ik had het hier vandaag nog over met Maurits – ik heb namelijk gemaild met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed zodat zij dit in hun database kunnen aanpassen. Ik stuur je hier later deze week nog even een mailtje over! Heb trouwens geen antwoord op je vraag waarom Thooft hier nog vermeld staat…
De rijksdienst had eigenlijk beter moeten weten want wikipedia heeft de info ook zo over genomen van deze dienst. Als ik als klojo kan uitvogelen hoe en wat moet zo’n dienst het zeker kunnen. ik zie je mail wel verschijnen 🙂
Ach ja, informatie zal verzameld worden op basis van allerlei bronnen… niet erg zorgvuldig op dit punt. De Rijksdienst is daarna de bron waar Gemeente en overige overheden de info uithalen, en waarmee iemand weer Wikipedia vult.
Thooft kan vanwege piëteit zijn vermeld. Het zou kunnen dat hij schetsen of ontwerpen heeft gemaakt tijdens zijn leven, waaruit ten behoeve van het gebouw is geput. Maar het is maar een gissing ik weet dat niet zeker natuurlijk.
Overheidsdatabanken over cultureel erfgoed zijn lang niet altijd juist en volledig, in Leeuwarden heb ik eens een bijdrage geleverd over een gevelsteen met een klepperende ooievaar die een zwaard door zijn nek had zitten. Ik heb toen via Internet uitgevogeld, dat de ooievaar in de zeventiende eeuw symbool stond voor roddel (waarschijnlijk door zijn klepperen), en dat de huiseigenaar met die gevelsteen aangaf dat hij niet van roddelen hield (achterklap). Deze info werd door het Historisch Centrum Leeuwarden in dank aanvaard, dat wisten ze niet, ik trots.
Zover bekend is was Thooft 5 jaar voor zijn dood in 1890 door ziekte al uit de roulatie . volgens info was de architect ook de ontwerper van de tableaus maar ik heb ook niet de wijsheid in pacht vandaar mijn vraag wie weet er meer. een tribute zou best kunnen.
De firmanaam Thooft & Labouchère wordt na het overlijden van Joost Thooft niet veranderd. Het duurt tot na 1910 voor men de naam ‘De Porceleyne Fles’ weer als signatuur gebruikt. Een voorbeeld van ca. 1920 is een sectieltableau uit een voormalige kerk aan de Brandtstraat: http://www.collectiegelderland.nl/organisaties/nederlandstegelmuseum/voorwerp-03606
Johan Kamermans
Dank je wel voor deze belangrijke aanvullende informatie , leuk dat er meegekeken wordt door mensen met kennis van zaken . Wij als belangstellenden doen hier ons voordeel mee .
Dank allen voor het bericht en de navolgende informatie. Bijzonder om te zien hoe onjuiste informatie zomaar wordt verspreid, en hopelijk ook gecorrigeerd. Viva Internet.