Waarom ik mijn Livestrong-armband behoud

Mijn gele armbandje, gekocht bij de bus van de 7-voudig tourwinnaar zelf bij de Tourstart in Rotterdam in 2010, begint steeds meer een bizar relikwie uit het verleden te worden. Wat voor functie heeft dit object nog, nu Lance van zijn voetstuk is gevallen en door ons allen terechtgesteld wordt als valsspeler en dopingzondaar? Wat voor functie heeft dit nog, nu er zelfs mensen zijn die aan de geloofwaardigheid van de door hem opgezette kankerstichting Livestrong beginnen te twijfelen?

livestrong verknipt-s
Livestrong-bracelet: de schaar erin?

Ik ben sinds jaar en dag een wielergek. Wel wordt het mij steeds moeilijker gemaakt om dit te blijven. Na de aankondigingen van Lance’s aanstaande schorsing in augustus en het USADA-rapport in oktober, waar ik eerder over schreef op Haagspraak, heb ik er wel eens over gedacht om helemaal geen wielrennen meer te gaan kijken, een schaar te pakken om mijn Livestrong-armbandje door te knippen of om iets anders symbolisch te doen. Ik ga nu vertellen waarom ik dat niet zal doen.

Ik ben nooit een heel grote fan van Lance geweest. Dat wil zeggen: ik vond hem geweldig toen hij als jonge profrenner in 1993 wereldkampioen op de weg werd in Oslo, met een prachtige solo over een glibberig parcours. Hij was een zwaagebouwde renner, een kilo of 85, met veel spiermassa in zijn bovenlichaam. Niet geschikt voor het hooggebergte. Lance Armstrong zou nooit de Tour kunnen winnen.

Dat veranderde toen hij kanker kreeg: hij verloor 10 kilo en dankzij de samenwerking met Johan Bruyneel, zo gaat het verhaal verder, leerde hij met lichte verzetten te rijden, zowel bergop als in tijdritten. Dit werd gezien als een innovatie in de wielrennerij, maar het principe is vrij oud: Door een licht verzet te gebruiken beperkt een renner de afbraak van spiervezels tijdens een koers, terwijl hetzelfde vermogen gehaald kan worden als bij een zwaar verzet door de hogere trapfrequentie. Een renner fietst zo gezegd dan meer op zijn cardiovasculaire systeem dan op spierkracht. Op zich niets nieuws: de legendarische klimgeit Charly Gaul deed dit al in de jaren ’50. Hij won er de Tour en de Giro mee. Ook niet ‘clean’ overigens, als je de verhalen moet geloven. Maar daar heeft niemand zich ooit druk over gemaakt. Waar het hier even om gaat is het volgende: zijn ziekte heeft het hem mogelijk gemaakt om de Tour te winnen.

Lance Armstrong was een andere renner geworden. Hij won de Tour de France van 1999. Ik zat op het puntje van mijn stoel en vond het geweldig. In de jaren daarna veranderde dat: de intimiderende sfeer die om de man heen hing, de wijze waarop hij het hele peloton zijn Livestrong-bandjes opdrong en de stijl van koersen stonden mij niet aan. Wat voor mij wel altijd bleef was de bewondering voor de prestatie en de wijze waarop hij zijn successen benutte om het gevecht tegen kanker aan te gaan.

livestrong bracelet
Ik koester mijn Livestrong-armbandje

Dit alles heeft nu een nare smaak. Lance Armstrong is een valsspeler gebleken en dan ook nog eentje die geen berouw blijkt te tonen. Een held van miljoenen is van zijn voetstuk gevallen en krijgt nu de wraak van de samenleving over zich heen.

Wat deze samenleving voor het gemak even vergeet, is dat zij gevraagd heeft om deze held. Dat de wielersport, waarin dopinggebruik aan de top in de jaren ’90 en daarna inmiddels gemeengoed is gebleken, jonge jongens dwingt om op onmenselijke wijze tegen elkaar op te boxen. Niet alleen voor de sponsorgelden en het prijzengeld, maar vooral voor onze waardering. Om te voorzien in onze behoefte aan helden.

Dat deze helden ook maar eenvoudige jongens zijn die het hoofd boven water proberen te houden in een wereld waarin mensen hun geld en roem verdienen over de ruggen van anderen, waarin nog altijd de dood van de een het brood van de ander is, dat vergeten wij maar even voor het gemak. Dat wij het valsspelen van onze helden in de wielersport wel eens een uiting kan zijn van een levenshouding die wellicht gemeengoed is geworden in onze maatschappij, op alle niveaus van de samenleving, dat horen wij liever niet. Vooral niet als deze helden van hun voetstuk vallen en mens blijken te zijn: dan stampen we ze het liefst collectief de grond in. Zodat wij ons beter voelen.

Daarom behoud ik mijn Livestrong-ambandje: niet omdat ik een fan van Lance ben, maar omdat het mij herinnert aan de hypocrisie van onze maatschappij.

Het USADA-rapport: ik krijg er hoofdpijn van

Foto: Le Coq Sportif

Ik ben geboren in 1977, het jaar waarin Bernard Thévenet de Tour de France won. Ik herinner mij dat nog goed. Niet omdat ik er bij was toen het gebeurde, maar omdat ik als tiener lijstjes bijhield van tourwinnaars, in mijn hoofd.

Jaren later, als volgroeid wielerfanaat, had ik eens het genoegen een biertje te drinken met Hennie Kuiper. Hij was tweede geworden in 1977, op driekwart minuut van Thévenet. Van Kuiper leerde ik dat de Tour van 1977 een beetje vreemd was. Thévenet had namelijk dopinggebruik bekend, een half jaar na afloop van de Tour. Erbij kan worden vermeld dat hij eerder dat jaar al een voorwaardelijke schorsing had gehad wegens dopinggebruik in de Giro d’Italia.
Het was sowieso een vreemde editie, die Tour de France 1977. Vier andere wielercoryfeeën werden dat jaar betrapt: Joaquim Agostinho, Fernando Mendes, Luis Ocaña en onze eigen Joop Zoetemelk. Zij kregen ieder een voorwaardelijke schorsing en een tijdstraf van tien minuten in de wedstrijd. En u weet het, net zo goed als ik: Joop Zoetemelk is nog altijd een wielerheld in Nederland. Die paar keer dat hij positief is getest hebben we hem vergeven.

Nog zo’n vreemde editie van de Tour: die van 2001. Tot voor kort wisten wij allemaal dat deze wedstrijd gewonnen is door Lance Armstrong, een Texaan die kanker overwon en terugkwam als een van de grootste wielerhelden ooit. Sinds Lance afgelopen augustus de juridische strijd tegen anti-dopingagentschap USADA opgaf, is dit niet zo zeker meer. USADA, dat gisteren zijn schokkende rapport over dopinggebruik binnen Armstrongs ploeg uitbracht, wil hem zijn zeven Tourzeges ontnemen.
De nummer twee van die Tour de France 2001 is echter ook niet van onbesproken gedrag: Jan Ulrich. De Duitser gaf begin dit jaar zijn betrokkenheid bij het roemruchte dopingschandaal ‘Operación Puerto’ toe. Iets vergelijkbaars geldt voor Joseba Beloki, de nummer drie. Wie is er dan wel een waardig winnaar? Wie won de Tour van 2001? Wellicht de Russische klimgeit die dat jaar vierde werd: Andrei Kivilev. Posthuum, dat wel. Kivilev overleed in maart 2003 na een val in Parijs-Nice. Hij zal weinig plezier beleven aan deze overwinning.

De tijd waarin wij dopingzondaars vergaven ligt ver achter ons en dat zullen wij weten ook: van de afgelopen 12 edities van de Tour de France zijn zometeen in 9 gevallen de oorspronkelijke winnaars achteraf geschrapt. Dit is een ramp voor wielergekken zoals ik, mensen die lijstjes bijhouden. Zometeen weten wij nog uit ons hoofd dat Thévenet de Tour van 1977 won, maar die van een paar jaar geleden? Daar krijgen wij hoofdpijn van.

%d bloggers liken dit: