
Terwijl ik het huis lucht, na een stevige inspuiting anti-houtworm, ruik ik brand.
Ik denk nog, hè…lekkere wintergeuren.
Nog geen drie minuten later staat er een heel arsenaal van brandweren voor mijn deur! Geschrokken loop ik direct naar de voordeur waar een politieagent zich achter bevindt. Hij vraagt of ik brand heb en/of hij via onze tuin bij de bovenburen naar binnen mag kijken. Natuurlijk mag hij dat.
Ik verontschuldig me nog voor de welriekende gassen die mijn houten kastje verspreiden in de tuin, maar daar heeft hij geen oor naar. We turen samen met onze zaklampen naar de bovenverdieping en zien bij een van de ramen een lichtje flakkeren.
Twee tellen later staat er een brandweerman, volledig bepakt met zuurstoffles, ook in onze tuin te kijken met zaklamp én helm.
Gelukkig is ons huisje een postzegel, want zo snel heb ik nog nooit iemand door onze gang zien rennen. Met drie man rennen ze naar boven en de hoogwerker, die in de voortuin van de buurvrouw reeds zijn benen strekt, wordt paraat gemaakt.
Nog geen twee minuten later blijkt het loos alarm en vertrekt de hele zwik weer.
In no time is de straat oorverdovend stil en is ineens de rust wedergekeerd.
It’s all in a days work, schiet er door mijn hoofd.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...