“Lieve Kitty,”
Sacha staat op van zijn kruk, wankelt even, krijgt dan op miraculeuze wijze de projectie van zijn massamiddelpunt weer boven zijn voeten en slingert zich een weg richting de gang,
“Ik moet even naar de WC.”
Ik neem nog een slok champagne uit de plantenbak, waar Kitty deze gedurende haar gesprek met onze dichter nipje bij nipje in heeft geschonken.
“Jij bent ook zo’n schattig hondje, ” zegt ze, terwijl ze van haar barkruk glijdt en naast mij op de grond hurkt.
Normaal gesproken vind ik het woord ‘schattig’, aan mij gericht, nogal badinerend klinken, de redactie van mijn magazine zou ik dit bijvoorbeeld niet in dank afnemen, maar nu doet een stel lange, precies gemanicuurde nagels dat mij achter de oren krabt mij dit snel vergeten. Terwijl Kittyś hand over mijn vacht glijdt probeer ik mij te herinneren hoe ik hier vanavond beland ben.
“Weet je zeker dat tram 12 ons bij het Boekenbal brengt? We kunnen toch beter de trein nemen bij Hollands Spoor?”
“Geen zorgen Tommy, het is niet zo ver. Het is alleen jammer dat mijn kaartjes tussen het wasgoed verloren zijn gegaan. Gelukkig ken ik wat mensen bij de catering. Die smokkelen ons wel naar binnen. En jou laten ze ook wel binnen. Denk je dat Harry Mulisch ergens zonder zijn teckel heen zou zijn gegaan?”
Ik vind het niet geruststellend klinken, maar heel belangrijk is het ook niet. Sacha stond erop dat ik meeging naar het boekenbal en ik vond een uitje sowieso wel een goed idee.
De tram stopt en Sacha lijnt mij aan. Twee straten verder bellen wij aan bij een keurig herenhuis. Het is hier rustig op straat en van binnen komen geen geluiden. Nergens hoor of zie ik een schrijver, al dan niet in kennelijke staat. De reputatie van het Boekenbal is ook tot viervoeters doorgedrongen. Als het ons lukt er binnen te komen, dan verschijnen ook wij graag.
Een vrouw in avondjurk met een tikje te rode lipstick opent de deur: “Oh Sacha, wat leuk om jou weer te zien. En wat een schattig hondje heb je bij je. Kom snel binnen!” Voordat ik de kans krijg een opmerking te maken over het woord ‘schattig’ tilt de dame mij op en draagt mij voor Sacha uit een trap op.
“Dank je Bea. Wie zijn er al binnen?”
“Het is rustig vanavond. Molly, je gebruikelijke meisje, heeft zich ziek gemeld. Maar ik weet zeker dat je het naar je zin zult hebben.”
De gastvrouw loopt ons voor naar de bar, die op twee schaars geklede vrouwen na leeg is. Sacha pakt een kruk voor mij en zet mij erop. Hij neemt de kruk ernaast en bestelt een biertje.
“Wat is het hier rustig, weet je zeker dat we goed zitten?”
“Schrijvers komen nooit zo vroeg, Tommy, maak je niet druk. De nacht is nog jong.”
Terwijl Sacha, voorovergebogen over de bar, zijn bier drinkt komt een slanke blondine op hakken van minimaal 15 centimeter naast mijn barkruk staan. Ik probeer nog te protesteren als ze mij optilt, maar de overkill aan parfum in de boezem waar ik tegenaan wordt gedrukt doet mij duizelen. Een stel slanke vingers met lange nagels gaat enkele seconden door mijn vacht heen en dan zit ik op de grond, terwijl zij mijn kruk in beslag heeft genomen.
“Ik ben Kitty, ” stelt ze zich voor aan Sacha, “Jij wil mij vast wel een drankje aanbieden.”
Een paar minuten later verschijnt er een grote fles champagne op de bar. Sacha lijkt mij vergeten zodra Kitty een hand op zijn dij legt. Terwijl hij langzaam nipt van zijn champagne wordt het mij duidelijk dat langbenige Kitty hem volledig ingepakt heeft en ik voor de rest van de avond niets meer aan hem zal hebben.
De deur gaat open en een man in een nette overjas komt binnen. Sacha kijkt even om als een vrouw in witte lingerie op hem afstapt. Kitty maakt van de gelegenheid gebruik om een slok van haar eigen champagne in de plantenbak naast mij te schenken. Haar andere hand speelt met een jarretel. Het klakkende geluid dat dit maakt irriteert mij.
“Wat maakt het ook uit, ” denk ik en ik neem een slok champagne uit de plantenbak.
Noot van de redactie:
Aanvankelijk waren wij verheugd om te vernemen dat Sacha Kahn twee uitnodigingen voor het Boekenbal had. Het niet doorgaan van het Blogbal dit jaar, nadat Oud Zeikwijf met de organisatie stopte, had er bij onze redactie stevig ingehakt. Het idee dat het mogelijk was om het hondje mee te nemen klonk ons enigszins vreemd in de oren, maar Sacha had al eens vreemdere dingen gedaan.
Het verschijnen van dit verslag gistermiddag deed toch de alarmbellen rinkelen: het werd ons overhandigd door Sacha, die aangaf dat Tommy ‘niet zo lekker was’. De inhoud deed vermoeden dat beiden nooit op het Boekenbal aan waren gekomen.
Alvorens tot publicatie over te gaan hebben wij eerst contact gezocht met het etablissement waar onze beide bloggers zich waarschijnlijk bevonden op vrijdagavond. Na enig aandringen kregen wij ‘Kitty’ te spreken, die ons er van wist te overtuigen dat het hondje per ongeluk champagne had gedronken. Onze dichter, die op het toilet in slaap gevallen bleek, had Tommy die avond niet meer thuis kunnen brengen. Van dierenmishandeling bleek geen sprake te zijn.
Woef.