Van Landsbelang

Afbeelding

Sinds 2001 woonachtig in Den Haag heb ik al héél wat bouwputten meegemaakt binnen onze Mooie Stad Achter de Duinen.
Daar hadden we de Tramtunnel, de Nieuwe Passage, de nieuwe woningen aan het Hobbemaplein, het Muzenplein, de afbraak en opbouw bij de voormalige Zwarte Madonna, Buitenom met Vaillantplein, de volledige De La Reyweg, de Spuimarkt…om maar wat van de gigantische projecten van de afgelopen jaren te noemen.
Het lijkt wel alsof Den Haag altijd een bouwput is.
Nu begrijp ik dat Den Haag voor verandering staat, voor vooruitgang, voor vooruitstrevendheid.
Wij, als Den Haag, behuizen natuurlijk ook onze regering, wij zijn in feite het gezicht van onze regering voor heel Nederland. Zouden Den Haag én de Nederlandse regering zich realiseren het toch wel opvallend is dat het altijd zo’n rommeltje is in de stad?! Dat door die vooruitstrevendheden, die Den Haag op de kaart moeten krijgende projecten….en de mede daardoor geïrriteerde inwoners van Den Haag nogal grillig en afstandelijk overkomen op zijn bezoekers van buitenaf?
De vraag is, hoe komen wij over op al die Ambasades die Den Haag huisvest, op al die grote multinationals die voor landsbelang naar Den Haag komen, maar ook op de toeristen en belangrijker; onze eigen inwoners?!
Overal opbrekingen, geen duidelijke aanwijzingen hoe je weg te vervolgen als er iets veranderd is in de stad, vuilnis en bouwafval zwerft over straat. Door al die nieuwe hoge gebouwen waait het enorm in de kleine steegjes van onze stad. Ook dit alles staat naar mijn mening voor onze regering van die afgelopen 11 jaar. Zo snel als die enorme projecten uit de grond gestampt worden, zo vergankelijk zijn die nieuwe gebouwen ook weer. Die frisse wind waar onze regering het maar altijd over heeft is vaak verkillend, doet je vertwijfeld snakken naar warme chocolade melk voor de verwarming, thuis op de bank.
Als wij het gezicht zijn van onze samenleving, dan zou ik denken dat juist onze stad en regering eens zou stil moeten gaan staan op zo’n druk punt in Den Haag en om zich heen kijken….wat gebeurt er als er even geen bedrijvigheid is…dan is er plek om te groeien en te aarden. Juist dan kan een drukke stad, met al zijn verandwoordelijkheden, die 24uur per dag leeft ook daadwerkelijk gaan ademen, in plaats van krampachtig naar zuurstof happen tussen de bedrijvigheid door.

Voorpagina ADHC tips zaterdag 13 oktober 2012

Er mag best wat positief nieuws in de krant want zo gaan we het niet redden

Interniek's avatars t a d s f l i t s e n - digitaal geweten van een stad

Kop 1 leegstand winkels neemt toe: tip Oh wat gaat het toch nog steeds slecht met de economie in Den Haag. Was je van plan een zaak te beginnen, wacht daar dan nog mee want er gaan steeds meer zaken failliet. Dus doe dat nou niet, we zijn overbewinkeld!
Kop 2 domme dief stopt labels in zijn zak: tip Een domme dief had beter na moeten denken bij het stelen van schoenen. Als je de labels uit de schoenen knipt moet je deze labels natuurlijk niet in je zak stoppen als je ongemerkt het pand wilt verlaten.

En dan hebben wij het nog niet eens over de huizenmarkt.
Kop 3 hypotheeklast groeit eigenaren boven het hoofd: tip steeds meer mensen met betalingsachterstand. Dus wees nou niet zo dom om een huis te kopen want dan raak je in de problemen.
Kop 4 jonge generatie gaat meer…

View original post 50 woorden meer

Het USADA-rapport: ik krijg er hoofdpijn van

Foto: Le Coq Sportif

Ik ben geboren in 1977, het jaar waarin Bernard Thévenet de Tour de France won. Ik herinner mij dat nog goed. Niet omdat ik er bij was toen het gebeurde, maar omdat ik als tiener lijstjes bijhield van tourwinnaars, in mijn hoofd.

Jaren later, als volgroeid wielerfanaat, had ik eens het genoegen een biertje te drinken met Hennie Kuiper. Hij was tweede geworden in 1977, op driekwart minuut van Thévenet. Van Kuiper leerde ik dat de Tour van 1977 een beetje vreemd was. Thévenet had namelijk dopinggebruik bekend, een half jaar na afloop van de Tour. Erbij kan worden vermeld dat hij eerder dat jaar al een voorwaardelijke schorsing had gehad wegens dopinggebruik in de Giro d’Italia.
Het was sowieso een vreemde editie, die Tour de France 1977. Vier andere wielercoryfeeën werden dat jaar betrapt: Joaquim Agostinho, Fernando Mendes, Luis Ocaña en onze eigen Joop Zoetemelk. Zij kregen ieder een voorwaardelijke schorsing en een tijdstraf van tien minuten in de wedstrijd. En u weet het, net zo goed als ik: Joop Zoetemelk is nog altijd een wielerheld in Nederland. Die paar keer dat hij positief is getest hebben we hem vergeven.

Nog zo’n vreemde editie van de Tour: die van 2001. Tot voor kort wisten wij allemaal dat deze wedstrijd gewonnen is door Lance Armstrong, een Texaan die kanker overwon en terugkwam als een van de grootste wielerhelden ooit. Sinds Lance afgelopen augustus de juridische strijd tegen anti-dopingagentschap USADA opgaf, is dit niet zo zeker meer. USADA, dat gisteren zijn schokkende rapport over dopinggebruik binnen Armstrongs ploeg uitbracht, wil hem zijn zeven Tourzeges ontnemen.
De nummer twee van die Tour de France 2001 is echter ook niet van onbesproken gedrag: Jan Ulrich. De Duitser gaf begin dit jaar zijn betrokkenheid bij het roemruchte dopingschandaal ‘Operación Puerto’ toe. Iets vergelijkbaars geldt voor Joseba Beloki, de nummer drie. Wie is er dan wel een waardig winnaar? Wie won de Tour van 2001? Wellicht de Russische klimgeit die dat jaar vierde werd: Andrei Kivilev. Posthuum, dat wel. Kivilev overleed in maart 2003 na een val in Parijs-Nice. Hij zal weinig plezier beleven aan deze overwinning.

De tijd waarin wij dopingzondaars vergaven ligt ver achter ons en dat zullen wij weten ook: van de afgelopen 12 edities van de Tour de France zijn zometeen in 9 gevallen de oorspronkelijke winnaars achteraf geschrapt. Dit is een ramp voor wielergekken zoals ik, mensen die lijstjes bijhouden. Zometeen weten wij nog uit ons hoofd dat Thévenet de Tour van 1977 won, maar die van een paar jaar geleden? Daar krijgen wij hoofdpijn van.