Rauw, humoristisch, bij tijd en wijlen best bot, maar een genot om naar te kijken. Dat was mijn kennismaking met Dimitri Verhulst. Een verfilming van ‘De helaasheid der dingen’ die nu wellicht meer mensen heeft bereikt dan het boek zelf, maar ongetwijfeld ook velen heeft geïnteresseerd voor de romans van deze Vlaamse auteur. Verhulst is zo in een paar jaar tijd een populaire schrijver geworden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat deze publiekslieveling is gevraagd om het boekenweekgeschenk van 2015 te schrijven.
De boekenweek werkt altijd met een thema, iets waar je je vragen bij kan stellen. Voegt zo’n thema echt iets toe, geeft het richting aan de schrijvers van een boekenweekgeschenk of -essay, of is het een kapstok om verhalen en evenementen aan op te hangen?
In het geval van dit boekenweekgeschenk bestaat de waanzin waarschijnlijk uit de daad van de hoofdpersoon, Pierre genaamd: hij ontvoert Sonny, zijn zwaar geestelijkgehandicapte zoon, uit een inrichting en neemt hem mee naar de Provence om daar Sonny’s 16e verjaardag met hem te vieren. In de hitte op een berg begint hij daar aan wat zijn verjaardagscadeau zal worden: het verhaal over de verwekking van Sonny en de relatie tussen hem en de moeder van de jongen. Een jongen die geen woord terugzegt en dus eigenlijk als een soort praatpaal fungeert.
De hoofdpersoon noemt de jongen nooit bij zijn naam: “En dus had Pierre zijn reisgezel altijd al aangesproken met het eerste en het zotste wat in hem opkwam. De namen van sierstruiken was hij cynisch begonnen te vinden, daar was hij al een poos mee opgehouden. Jammer ergens, want in het latijn hadden ze best poëtisch geklonken. Aesculus parviflora. Acer japonicum. Arbutus unedo. Enfin. Nu zat Pierre in de fase dat hij zijn passagier namen van componisten schonk. Voor de variatie.”
Maar ook de variatie kent zijn grenzen: uiteindelijk wordt de jongen het meest aangesproken met ‘Chopin’. Naarmate dit langer aanhield verloor ik bij het lezen ook mijn aandacht bij het verhaal, dat enigszins dun is. Verderop in het boek, als blijkt dat Pierre ook nog een dochter heeft, voor wie hij gefaald heeft als vader, wordt het weer wat interessanter.
De jongen blijkt uiteindelijk verwekt net voor de liefdesgeschiedenis ten einde is: Pierre wil geen kinderen, zijn vriendin wel. Drie maanden nadat ze uit elkaar zijn belt ze hem op met de mededeling dat ze zwanger is.
Verhulst rauwe taalgebruik geeft het verhaal aanvankelijk kleur en voorkomt dat het een mierzoete vertelling wordt. De botheid. waar het af en toe op uitloopt, kan tegen gaan staan, maar is ook functioneel, bijvoorbeeld als Verhulst zijn hoofdpersoon kritiek laat leveren op de troosteloze inrichting waar de jongen in woont.
Ik zal het boek niet afraden, maar het geheel overziend, denk ik niet dat ik het nog een tweede keer uit de kast zal trekken. Daar is het mij niet interessant genoeg voor. Dan lees ik liever een ander werk van Verhulst.