BAD- EN ZWEMINRICHTING ‘DE REGENTES’
De badknecht had een oor
waar nog een North State
achter paste.
Hij hielp de tijd voort
op een klok
die niet echt liep
verbood
als ooit zijn club verloor
een naar het matglas opgalmende aria.
Weer in dat broeierige hokje.
Je vangt in tegels soms een glimp op
van jezelf, ontdekt
sporen van roest. Een nutteloze plug.
Met ribbelige vingers
wrik je hem eruit.
Schuim daalt langs haar rug.
Je volgt haar hand, de welving
van haar buik.
Vlug naderend geklos.
Dat godzijdank voorbijgaat.
Het kletteren van hengsels
later. Nog hoor je wel
in zinken emmers
het snel stijgen van water.
Cees van Hoore
Ik pink een traan weg … zo mooi en herrinnerbaar.
Den haag, het Zieken
Maan, zwaai als een sloperskogel naar den Haag,
maak het weer maat: negentienzestig.
Kom, luiaards op de Kerkhoflaan, sta op en bouw
de straten terug zoals ze waren.
Herstel de lampen in ons badhuis toch,
doe ze hun muilkorf aan, zodat mijn vader daar
ten langen leste weer als brons begint te galmen,
zonder rouwranden en met perfect gegoten haren.
Weg met het Bernhardviaduct! Kom,
breek de toegang naar de Nieuwe Haven open.
Blonde Dol vond er haar einde, ik mijn pril begin.
Laat mij onvast en wankelend weer lopen
langs vrouwen die mij trouw zworen met vingers,
waartussen een Belinda stak.
Ze tikten vinnig tegen vensters op die zomerdag,
alsof de barometer storm aangaf.
Er rezen viaducten op, betonnen bruggen,
die het water misten,
waarin bij wind mijn vader kronkelde als aas
tijdens het vissen.
Hoefkade, Boekhorststraat, Oranjeplein
kijk, moeders hoofddoekje is teruggekomen.
Aan autospiegels hangen kettingen: tumtum
voor zere knieën meegenomen.
Laat donderen de Westerbaenstraat met Nieuwjaar,
de ruiten gloed krijgen en springen.
Laat bomen vallen van driehoog, zodat hun eigen
naalden ze omringen.
Den Haag, wat was ik klein in jou. Je vermaant me
van ver met je hoge gebouwen. Geef
me mijn jeugd terug, Den Haag. Laat van mijn kist
met kouwe klauwen houtjes houwen.
Uit ´De sneeuw blijft nergens op zee´, Cees van Hoore, Uitg. De Contrabas.