Vol verbazing zag ik onlangs hoe een zangeres, die je als de gedoodverfde winnares zou beschouwen, in een blijkbaar populair talentenjachtprogramma niet verder kwam dan een 4e plaats. Haar naam, Jennie Lena, haar coach kan met één naam af, Anouk, jawel onze eigen Haagse rockchick numero uno. Jennie verkoos in de voorronden Anouk als coach boven onze nationale knuffelmarokkaan Ali B. Een beslissing die haar later met een vernederende 4e plaats duur zou komen te staan.
Anouk staat er niet om bekend dat zij haar mening onder stoelen of banken steekt en heeft gedurende haar carrière al meer dan eens bewezen niet bang te zijn om op lange tenen te trappen.
Voor mij, als Hagenees, kan ze dat dan ook niet hard genoeg doen. Lekker wars van alle regeltjes. Kandidaten die mee willen doen aan het programma tekenen vooraf een contract waarin zij bij voorbaat gemuilkorfd worden. Zo is het bijvoorbeeld not done om een platencontract te ondertekenen, of anderszins je talent te gelde te maken. Naar ik begrepen heb heeft Jennie deze regel aan haar laars gelapt en is zij alvast begonnen aan de productie van een album. Geheel in lijn met haar coach heeft zij haar eigen plan getrokken.
Hoe kleinzielig laat vervolgens dit internationaal verkopende talentenjachtprogramma zich vervolgens kennen. In haar duet met Douwe Bob wordt zij in de mix zachter gezet dan haar muzikale partner. De laatste laat zich muzikaal, al dan niet opzettelijk, ook nog eens niet van zijn beste kant zien.
Prachtig zoals dit door Anouk en Jennie gepareerd wordt door een duet op te nemen met als veelzeggende titel: ”Let’s run away together”. Geweldig zoals Perez Hilton haar in één adem vergelijkt met Whitney, Mariah, Barbra en Celine. Super dat Anouk, eigenzinnig als altijd, zo een talent onder haar hoede heeft genomen.
Om puur commerciële redenen is Jennie door dit programma op schofterige wijze afgeserveerd. Zo gaan wij in Holland met een potentieel ongekend internationaal talent om. Ik zeg goed zo Jennie, top Anouk, wie is nou helemaal die vermaledijde Mol. Die hoeft hier in het Haagse wat mij betreft voorlopig niet op te duiken. Dag Mol.
Albert Lemming