Het kon niet uitblijven. Een paar weken geleden had Interniek van een van zijn verre reizen een soort hele dikke sigaar meegebracht die was geproduceerd door een Indianenstam en bedoeld was om zijn huis voor eens en voor al van boze geesten te ontdoen. Het apparaat werd tijdens de Opûh Koffie ruimschoots besnuffeld en beoordeeld als ware het een Opûh (Wiet) Rokûh bijeenkomst in plaats van een gewone Opûh Koffie.
En Ja hoor. Vandaag was de sigaar los. Mooi weer. De Opûh Koffie verkast van binnen naar het terras van Van Beek. Roel en Gerard gaan op zoek naar andere onderwerpen om te fotograferen. Dan steekt Edwin vakkundig een sigaar op. Deze sigaar doet vervolgens de ronde. Als volleerde Wiet-Rokers lurken ze er aan, waarbij enige niet-rokers ook een trekje nemen. Ach in een Koffieshop roken ze toch ook niet? Ik begon er niet aan, want ik vrees dat ik te kort geleden gestopt ben en voor ik het weet rook ik Havana’s over mijn net schone longen. De moraal? Het was prachtig weer vandaag voor een Balmoral en met een grote askegel blies Interniek dit verhaaltje uit. De Balmoral wacht gedeeltelijk nog prachtige tijden in een prachtige koker in de zak van Edwin. Een nieuw Sigaren genootschap is geboren…..
Haagspraak 
Het is heel verleidelijk om van sigaretten over te stappen op een enkel wekelijks sigaartje i.p.v. een dagelijkse sigaret.
En goedkoper. Ik snap alleen niet wat de term ‘volleerde wiet-rokers’ moet aanduiden in een stuk over een paar mensen die een sigaar uit een doos haalden.
Ik snap het wel 🙂
:-O