O, O Den Haag

Was het toeval? Of zat er een diepere betekenis achter? Ik ben er nog niet uit. Maar bevreemdend was het wel.

Ter verduidelijking. Ik ben in het Bezuidenhoutkwartier, zo heette de wijk toen nog, geboren. De wijk die dezer dagen, zeventig jaar geleden, werd gebombardeerd door de Britse luchtmacht. Per ongeluk want ze wilden V2-installaties van de nazi’s in het Haagse Bos treffen.

De bommen legden onder meer alle huizen tussen de Bezuidenhoutsweg, Laan van Nieuw Oost Indië, Juliana van Stolberglaan en Koningin Marialaan plat.

Ik zie nog de braak liggende stukken grond aan de zuidkant van de Laan van Nieuw Oost Indië voor me als ik weer eens van huis via de Therasiastraat richting Haagse centrum fietste.

In de hal van het Stadhuis in Den Haag is een tentoonstelling ingericht over het bombardement. Tenminste, dat had ik gelezen. Dus toog ik maandagmiddag richting Den Haag.

De ‘tentoonstelling’ mocht die naam eigenlijk niet dragen. Op nog geen 25 vierkante meter een aantal panelen met korte teksten op een achtergrond van king size foto’s en kaarten.

Terwijl ik daar rond schuifelde stonden achter mij drie jonge vrouwen opgewonden met elkaar de discussiëren over, kennelijk, de inrichting een nieuwe tentoonstelling op dezelfde plek. Over uitstraling onder andere. Representatie.

Plots verscheen er een man van middelbare leeftijd voor me, gekleed in zo’n donkerblauw ‘dienstkostuum’. Een wat verwilderde blik, armen gespreid. ‘Wilt u de hal verlaten. We moeten ontruimen’ luidde zijn tekst.

bezuidenhout

Ik keek hem even zwijgend aan. Plots kwam er een soortgelijk zin in het engels uit zijn mond. Op mijn vraag ‘waarom’ was hij even stil om daarna zijn eerste tekst nogmaals uit te spreken. Nadat ik mijn ‘waarom’ ook had herhaald was zijn reactie ‘dat weten we niet’, om daarna weg te lopen.

Ik keek rond. Om mij heen stonden en liepen overal mensen. In de aanpalende winkels en kantoren gebeurde helemaal niets. Ik besloot te blijven en ‘rustig’ verder te gaan met het bestuderen van de panelen.

Na een paar minuten keek ik eens naar buiten. Politie in gevechtskleding voor de deur. Even verderop een politiebusje. Rood-witte linten. Hmmmm.

Een vrouw in een knalgeel vest naderde. Ook weer die armen gespreid, als moest ze vee voortdrijven. In haar hand een – lekker ouderwets – walkie talkie. ‘Meneer, wilt u het pand verlaten. We gaan ontruimen’. Dezelfde tekst. En weer geen uitleg. Boven mij, op de kantoorbalkons, liepen gemeenteambtenaren alsof er niets aan de hand was. Liften zoefden heen en weer.

Buiten meer politiemensen. En groepen verwarde ‘burgers’. Speculaties. Was het een oefening? Was er een bom? Maar waarom werden de aanpalende winkels dan niet gesloten, mochten de cafées openblijven, konden die ambtenaren gewoon doorwerken?

Elke in- en uitgang werd met linten tot verboden gebied verklaard. En overal politie. Nu wel.

Ik ben maar wat anders gaan doen. Vele uren later bleek mij dat ‘iemand’ bij de balie in de hal zijn of haar bagage had vergeten. Die stond er dus heel alleen. En in deze ‘terroristische tijden’  is dan meteen iedereen in paniek. Kennelijk.

Na wat gesnuffel van een politiehond bleek er niets aan de hand. De hal van het stadhuis ging om 15.15 uur weer open. Maar toen was ik al weer bijna thuis. En die tentoonstelling? Ach, laat maar zitten. Zo boeiend was die toch niet.

 

Auteur: Gastblogger

Deze account wordt gebruikt voor gastbloggers van Haagspraak. Geïnteresseerd om zelf een stuk voor Haagspraak te schrijven? Neem dan contact op met de redactie en misschien word je wel beroemd!

Eén gedachte over “O, O Den Haag”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: