10 Jaar geleden trok een groep kunstenaars tijdelijk in een oude fabriekshal aan de 1e Lulofdwarsstraat, in een deel van het Laakhavengebied waar de vergane glorie van het industriële verleden wel heel zichtbaar is: sinds mensenheugenis niet onderhouden loodsen in een openbare ruimte waar geen stoeptegel nog recht lag.
Deze groep kunstenaars kreeg een tijdelijk huurcontract, dat met telkens een half jaar verlengd zou worden. De verwachting was dat ze er wel een jaartje, misschien iets langer, zouden kunnen blijven. Dankzij kunstenaarsvereniging Stroom kon de huurprijs laag gehouden worden. De projecthal kreeg een nieuwe naam: Maakhaven.

De gemeente: ontwikkeling zonder visie
Inmiddels zijn we 10 jaar verder en ligt een groot deel van het Laakhavengebied er nog net zo bij als voorheen. Dichterbij Station Hollandsch Spoor is de herontwikkeling al wel duidelijk doorgezet met woningen en kantoren. Maar voor dit deel van Den Haag wist de gemeente duidelijk niet wat zij moest doen: zo ongeveer elk jaar verschijnt er een nieuwe ‘ontwikkelingsvisie’. Het laatste idee bestaat uit het vrijgeven van het terrein in kavels voor een vorm van ‘vrije sector’-woningbouw. Hoe de gemeente dit gebied achter het spoor, naast het industriële verleden bekend dankzij de voormalige tippelzone aan de Waldorpstraat, aantrekkelijk wil maken voor woningbezitters blijft een raadsel.

Een geschiedenis van productie
Ondertussen werkten de kunstenaars in het pand aan de 1e Lulofdwarsstraat nijverig door. In de 10 jaar hebben zij inmiddels een hechte gemeenschap opgebouwd, weet voorzitter Denis Oudendijk te melden. “Het zou jammer zijn als deze groep allemaal verloren ging.” Het pand, met zijn grote centrale hal, stelde hen ondertussen in staat om grote objecten te maken, die wij de afgelopen jaren konden terugzien in de vijver van het Gemeentemuseum, op Oerol, bij Robodock en op vele andere terreinen en festivals. Ook voor de filmindustrie werd er nuttig werk geleverd: in het gebouw werd een zombie-slashermovie opgenomen. Ook voorzag het in de tijdelijke opslag van materialen voor de film ‘Sonny Boy’.
Een uniek dak
Daarmee plaatsten de kunstenaars zichzelf in de lange industriele traditie van het Laakhavengebied. Het pand waarin zij nu zitten werd ooit in 1929 door Shell gebouwd. Zij gebruikten het voor onderhoud van wagens en benzinepompen. Het was en is een bijzonder pand: gesteund door slechts 3 kolommen heeft het nog altijd het grootste sheddak in Den Haag. Een dak dat zelfs nog in oorspronkelijke staat is.

De kunstenaars van Maakhaven maken zich niet alleen zorgen om het voortbestaan van hun initiatief. Zij hopen ook vooral dat de gemeente de historische waarde van dit stuk industrieel erfgoed inziet. Een schetsontwerp dat architect Andries Micke afgelopen vrijdag liet zien in een presentatie van Maakhaven illustreerde dat: door de ideeën van de gemeente voor een woontoren te combineren met het historische gebouw, worden cultuurhistorische waarden benut voor de gebiedsontwikkeling: Karakter in plaats van kaalslag. Welke zichzelf respecterende grote stad wil dat nou niet?
Mooie en leuke achtergrond info ik kende het gebouw maar nu ook van binnen
Behouden! In de NDSM-werf loodsen in Amsterdam Noord ontstaan creatieve, kleine bedrijfjes onder het dak en er worden grote kunstwerken gemaakt. Zoiets zou hier ook kunnen; desnoods met woontoren. Goed bericht, Edwin.
Ik heb bij de laatste verkiezingen voor de stadspartij gekozen en ga dat nu weer doen.
Wel een “cultuurpaleis” op het Spui en dan niet dit soort levende initiatieven.