Gerrit, antiekhandelaar in ruste, maakt dagelijks een wandeling om de been- en oogspieren te oefenen. De oogspieren oefent hij door naar vrouwelijk schoon te kijken. Gerrit is dik in de tachtig maar geniet nog dagelijks van het leven. Zijn roets lagen in het schildersvak, maar zijn moeder zei altijd dat hij er te fijn voor was gebouwd. Van huis uit hadden ze een schildersbedrijf. Zoals het toen gebruikelijk was gingen alle mannen het bedrijf in. Maar Gerrit had er iets op tegen.
Via via is hij een drukkerij beland. Daar had hij het wel naar zijn zin, mede omdat er ook veel drukwerk voor kunstenaars werd gemaakt: affiches, posters. Dat had de aandacht van Gerrit getrokken.
Door veel zelfstudie raakte hij steeds meer in de kunstwereld betrokken. Op een bepaald moment werd er kunst gekocht en weer verkocht en zo werd Gerrit uiteindelijk antiekhandelaar. Handel met buitenlandse relaties was een onderdeel van zijn werk. En hij had verstand van zaken. Gedurende de zomermaanden kun je Gerrit vaak tegen komen op de antiekmarkt, alleen of in gezelschap van Karin, zijn trouwe metgezel.
Artodidart en ik hebben hem wel eens voor de camera gehad. Leuk om een artikel over hem te lezen.
een mooi verhaal 🙂
Wat taal en interpunctie betreft een ramp.
Hoogtepunt: “zijn moeder zij”
En nu doet Jacob Cats zich ineens voor als Ger….Is reeds verholpen hoor, Jacob of err Ger.
Ik ben een ramp Ger maar ik heb wel plezier en ik denk dat jij dat een beetje mist.
Niet allen een groot antiek kenner , maar ook een grote verteller.
Daar hebben we afgelopen zondag van genoten.
bekende kop. heb er nu meer een beeld van Roel. tof!