Ik deed gisteren boodschappen in de van Hoytemastraat en zie deze dikke suv stoppen aan de kant waar een stopverbod geldt. Er zit een blauw zwaailicht op, maar verder geen blauw witte strepen of Marechaussee op de buitenkant. Hij is ook zwart in plaata van des Marechausse’s donkerblauw. Er stappen vier kakeljonge marechaussees uit, jongens en meisjes, dik ingepakt in kogelvrije vesten. Beveiliging zal het zijn. Suv misschien ook gepantsert. Ik kijk waar ze naartoe lopen. Allevier met hun handen in hun vest lopen ze naar de bakker aan mijn kant van de straat. “Potverdrie” zeg ik tegen mijn metgezel, “moet ik eens proberen, daar mijn auto neerzetten en een broodje halen. Heb ik gelijk een prent aan mijn broek. Ik ga er wat van zeggen.” “Doe maar niet” zegt mijn metgezel, “je trekt vast aan het kortste eind”. Ik hou mij in, maar schrijf het hier in de hoop dat ze op hun falie krijgen.
Haagspraak 
Met CD wagens idem-dito gewoon wachten tot mevrouw is uit gewinkeld en een broodje bij Dungelmann heeft gehaald