Afgelopen vrijdag las ik op de website van Den Haag FM dat het oudste Indonesische restaurant van Nederland failliet dreigt te gaan. Het gaat om het chique Haagse restaurant Tampat Senang op de Laan van Meerdervoort. Het opende zijn deuren op 1 januari 1922, maar hoe lang blijft het nog bestaan? De huidige eigenaar Peter Felix luidt de noodklok en is op zoek naar een redder in de nood. Wie helpt?
Indisch eten is altijd mijn favoriete eten geweest, en nog steeds. Het is een rijke keuken waar allerlei kleine gerechten en smaken samenkomen rondom een klein bordje met nasi putih, witte rijst. Gevarieerd gekruid vlees van het varken, babi, boterzachte rendang van rundvlees, pittige kip (ajam) en diverse groenten met de sajoers. En dan nog allerlei kleine extra’s als seroendeng (kokos met pinda’s), kroepoek, atjar en voor de liefhebbers diverse soorten sambal, lekker pedis. Ja, heerlijk en dat alles langzaam eten bij een uitgebreide rijsttafel en met een koud glas bier.
Nu houd ik wel van koken, maar aan de Indische keuken heb ik mij nooit gewaagd. Dat gaat me niet lukken en om het goed te doen moet je heel lang in de keuken staan. Mijn genoegen heb ik altijd gezocht in de vele Haagse Indische restaurants en toko’s.
In de jaren tachtig ben ik zelfs systematisch zo veel mogelijk Indonesische eettentjes af gegaan in Den Haag en van alles geprobeerd. Van een lunch met koude gadogado en pindasaus in toko Solo in de Witte de Withstraat (bestaat niet meer), tot het buffet van Sarina op het Goudenregenplein, of het wat luxere Garoeda op de Kneuterdijk. En als vaste waarden at ik vaak bij Srikandi op de Grote Markt, of snel een hapje bij Toko Frederik in de Frederikstraat. Ik had er bij elkaar een aardig boekje met recensies over kunnen schrijven, maar niets bijgehouden.
En Tampat Senang mocht natuurlijk ook niet ontbreken om een keer naar toe te gaan. Het is toch wel het sterren-restaurant onder de Indische zaken. Tampat Senang betekent een plaats waar men zich behaaglijk voelt.
Het was ergens eind jaren tachtig toen ik met mijn vriendin terug was gekomen van vakantie. We hadden geld overgehouden en ik stelde voor om op de dag van terugkomst nu eens naar Tampat Senang te gaan. En zo zaten we daar al vroeg op een zonnige zomeravond. We waren er de enige gasten. Ik herinner me nog goed de ambiance van een grote, hoge kamer die helemaal de sfeer van het oude Indië uitstraalde. Er zal toen na 1922 niets verbouwd zijn of een nieuw likje verf hebben gekregen. Het had zeker veel sfeer, maar het ademde ook naar vergane glorie. Er waren veel bedienden in het restaurant en die liepen in een sarong met op hun hoofd een gevouwen doek. Tempo doeloe.
We bestelden een rijsttafel voor twee personen. Er werd een tafeltje bijgezet en na een tijdje werden allerlei bakjes met diverse gerechtjes neergezet. De details weet ik niet meer, maar het was heerlijk. En de prijs was navenant.
En dan nu in 2014. Aan de foto’s op de site van Tampat Senang is te zien dat het restaurant wel een keer is opgeknapt, maar met behoud van de ambiance. Een rijsttafel voor een persoon is er vanaf 27.50 euro. Niet goedkoop, maar ik zou er snel eens heengaan. Om dit mooie Haagse restaurant van de ondergang te redden, of om er toch nog een keer te hebben gegeten. Selamat makan!
Auteur: Moby Dirk.
Bron en foto’s: Website Tampat Senang.
Mooie binnenkomer Moby Dirk
Dank je Roel. En in het laatste jaar van Hofstijl heb ik ook nog een aantal bijdragen geleverd. Ik ben geboren en getogen in Den Haag, maar woon ook al weer lang in Amsterdam. Een blog als Haagspraak is dan ideaal om een en ander te volgen. Hopelijk kom ik af en toe met wat herinneringen of andere onderwerpen over mijn ouwe stad … Ik ben van 1960.
Zoals Roel al treffend zei: Mooie binnenkomer! Welkom!
Mag ik je wel vragen als mogelijk (in de toekomst) de foto’s 600 pix wide te uploaden?
Het water stroomt me de mond in, Moby Dirk!
Tampat senang: een begrip voor de liefhebber van de Indonesische keuken. Met enige regelmaat kwam ik daar voor een smakelijke en hoogwaardige maaltijd. Als ik er nu aan denk loopt het water me weer in de mond.
Heb de typo (wel een leuke) hier verbeterd Dirk.